ECLI:NL:HR:2002:AE3728
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake deelname aan criminele organisatie en Opiumwet
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte is veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie met het oogmerk het plegen van misdrijven, specifiek met betrekking tot de Opiumwet. De verdachte, geboren in Turkije en woonachtig in België, was ten tijde van de uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Torentijd' te Middelburg. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.N.B.M. Spronken. De plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De tenlastelegging betreft deelname aan een organisatie die zich bezighield met het binnenbrengen van grote partijen heroïne in Nederland. De verdachte heeft in eerste aanleg geen bezwaren gemaakt tegen de wijziging van de tenlastelegging, maar heeft in hoger beroep alsnog bezwaren geuit. Het Hof heeft deze bezwaren verworpen en geoordeeld dat de wijziging van de tenlastelegging toelaatbaar was, omdat het een voortdurend delict betreft dat zich over een langere periode uitstrekt.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd bij de beoordeling van de wijziging van de tenlastelegging en dat de bestreden uitspraak in stand blijft. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van tien jaren, met onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen goederen.