Conclusie
1.Het cassatieberoep
2.Het verloop van de zaak
3.De ontvankelijkheid van het cassatieberoep
Ten overvloede: de wijze waarop de rechtbank de ontvankelijkheid van het beklag heeft vastgesteld
dient het er voor gehouden te worden(
cursivering door mij, plv-AG) dat het onderhavige klaagschrift is ingediend binnen drie maanden nadat klager van het onherroepelijk worden van het vonnis d.d. 8 januari 2018 (
plv-AG: bedoeld zal zijn 4 januari 2018) in de zaak van [betrokkene 2] kennis heeft genomen. Voorts staat voor klager op grond van artikel 5.5.12 Sv (
plv-AG: bedoeld zal zijn art. 5.5.6 Sv) de mogelijkheid open om over het uitvaardigen van het Europees bevriezingsbevel d.d. 10 mei 2019 op de voet van artikel 552a Sv een klaagschrift in te dienen. Gelet op het een en ander neemt de rechtbank aan dat het klaagschrift tijdig is ingediend. Klager is daarom ontvankelijk in zijn beklag.”
dat beklag op grond van art. 552a Sv in beginsel ontvankelijk is zolang de vervolging, waaronder mede is begrepen een s.f.o. en de ontnemingsprocedure, nog loopt. (Cursivering door mij, plv-AG).De uiterste termijn daarbij is gelegd bij drie maanden nadat de vervolging der zaak tot een einde is gekomen. Wel blijft gelden dat het beklag zo spoedig mogelijk na de inbeslagneming moet worden ingediend, zodat de rechter op die grond tot niet-ontvankelijkheid van een klacht wegens laksheid bij de indiening daarvan kan besluiten."
kanachten zolang de ontnemingsprocedure ten behoeve waarvan het conservatoir beslag is gelegd nog loopt. [8] Daar komt bij dat wanneer het beslag is gelegd in een zaak met meerdere verdachten, aan ‘de vervolgde zaak’ pas een einde is gekomen indien de vervolgingen van alle verdachten zijn beëindigd. [9] De klager kan dus ook ontvankelijk zijn als zijn eigen zaak al langer dan drie maanden teneinde is. Dat betekent dat belanghebbenden door de lange duur van de strafzaak en de eventuele ontnemingsprocedure hun recht op beklag niet verliezen.
5.De inhoudelijke aspecten van de bestreden beschikking
6.Ten overvloede: het middel
NJ2010/654 m.nt. P.A.M. Mevis voor dit soort situaties aan de beklagrechter heeft aangereikt. [11] In overweging 2.15 van die overzichtsbeschikking staat: