Conclusie
1.Feiten en procesverloop
World Intellectual Property Organization. Deze eis strekte tot indeplaatsstelling als houder van de domeinnaam ‘dungs.nl’. De domeinnaamhouder heeft verweer gevoerd.
nietdat hij wilde dat zijn betwisting van het door de merkhouder op een beweerde merkinbreuk gestoelde verweer buiten beschouwing zou blijven. Onderdeel 1.2 betoogde dat nu de door de merkhouder gestelde merkinbreuk door de domeinnaamhouder c.s. gemotiveerd is betwist, het hof niet tot de conclusie had kunnen komen dat “derhalve” niet kan worden vastgesteld dat van een merkinbreuk door de domeinnaamhouder c.s. geen sprake is en dat “gelet hierop” dus niet kan worden vastgesteld dat de merkhouder door het aan zich doen overdragen van de domeinnaam onrechtmatig handelt of ongerechtvaardigd wordt verrijkt.
2.Bespreking van het cassatiemiddel
Inhoud website rechtvaardigt niet zonder meer overdracht domeinnaam”. In
subonderdeel 1.1neemt de domeinnaamhouder tot uitgangspunt dat het hof zijn oordeel dat de domeinnaam ‘dungs.nl’ inbreuk maakt op het Uniemerk DUNGS en dat het gebruik van deze domeinnaam onrechtmatig is jegens de merkhouder, niet heeft gebaseerd op de domeinnaam zelf, maar op de inhoud van de website die via deze domeinnaam toegankelijk is. [14] De klacht houdt in dat “dit oordeel” blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. De omstandigheid dat de inhoud van een website inbreuk maakt op het merkrecht van een ander, rechtvaardigt volgens het middelonderdeel niet, in elk geval niet zonder meer, de beslissing dat de domeinnaam via welke die website toegankelijk is, aan de houder van dat merkrecht moet worden overgedragen. In een geval zoals dit, waarin de inbreuk ook kan worden beëindigd door (een rechterlijk bevel aan de domeinnaamhouder tot) verwijdering van de inbreukmakende uitingen op die website, vormt een gedwongen overdracht van de domeinnaam zelf een maatregel die niet evenredig is aan het onrechtmatig handelen. [15] Door dit te miskennen, heeft het hof volgens de klacht niet het juiste evenwicht getroffen tussen enerzijds het recht van eigendom van de houder van de domeinnaam ‘dungs.nl’ en anderzijds het recht van de merkhouder op bescherming ten aanzien van haar Uniemerk DUNGS.
Subonderdeel 1.2klaagt subsidiair dat het oordeel onvoldoende is gemotiveerd, nu het hof niet duidelijk maakt waarom inbreukmakende
contentop een website die via de domeinnaam ‘dungs.nl’ toegankelijk is, zou meebrengen dat die domeinnaam aan de merkhouder moet worden overgedragen.
Als ik mijn fiets of auto op onrechtmatige wijze gebruik door het gazon van de buren daarmee te mollen, brengt dat niet met zich dat ik gehouden ben die fiets of auto aan de buren af te geven”.
automotive-industrie wordt geregeld geprocedeerd door fabrikanten en importeurs van auto’s tegen ondernemingen die ongeoorloofd gebruik maken van de logo’s (beeldmerken) op de gevels en ruiten van hun bedrijfspand en de reclamezuilen daaromheen. In zulke gevallen is sloop of overdracht van het bedrijfspand of de reclamezuilen een onevenredige maatregel, aangezien kan worden volstaan met de verwijdering van de logo’s zelf.
diebeslissing. Daaraan doet niet af dat, na die beslissing en met opschorting van de uitvoering daarvan, een procedure bij de burgerlijke rechter kan worden gevoerd. Een domeinnaam met de extensie “.nl” kan niet op zichzelf bestaan, los van de structuur waarmee de deelname aan het internet is ingericht. Doordat de domeinnaamhouder c.s. tijdig binnen de in de Geschillenregeling genoemde termijn aan SIDN een afschrift heeft verstrekt van de inleidende dagvaarding in de onderhavige procedure kon (en kan) aan de beslissing van de WIPO-geschillenbeslechter door SIDN geen uitvoering worden gegeven. Zie art. 20.1 van de Geschillenregeling, dat bepaalt:
op welke rechtende handhaving betrekking dient te hebben teneinde binnen de reikwijdte van genoemde Titel te vallen. De vraag, wat handhaving in deze context inhoudt, is een vraag naar het formeel toepassingsbereik. Met betrekking tot het eerste aspect schrijft Tjong Tjin Tai onder meer het volgende:
Voor sommige andere ontbrekende rechten is dat gemis minder voelbaar, aangezien daarbij in de in de regel ook IE-rechten betrokken zijn, zoals domeinnaamgeschillenen vergelijkende reclame. (…)” [26]
voortvloeituit een vordering van de merkhouder tot overdracht van de domeinnaam. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk. In 2013 heeft de merkhouder immers een eis ingediend bij de WIPO die strekte tot zijn indeplaatsstelling als houder van de domeinnaam ‘dungs.nl’ en op 6 mei 2014 heeft de WIPO-geschillenbeslechter overdracht van de domeinnaam aan de merkhouder bevolen (onder meer op de grond dat de domeinnaam op verwarringwekkende wijze overeenstemt met het merk DUNGS). Omdat de domeinnaamhouder c.s. vervolgens een procedure bij de rechtbank aanhangig heeft gemaakt waarin hij heeft gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat uitsluitend ITT Holding, althans de domeinnaamhouder, de rechthebbende en domeinnaamhouder van de domeinnaam ‘dungs.nl’ is, kon op grond van de Geschillenregeling hangende die procedure – die zoals gezegd thans nog niet definitief is geëindigd – geen uitvoering worden gegeven aan de beslissing van de WIPO-geschillenbeslechter. Dit leidt tot de conclusie dat deze motiveringsklacht niet tot cassatie kan leiden.
vorderingvan de rechthebbende ten grondslag ligt.
nadatde WIPO-geschillenbeslechter op vordering van de merkhouder de overdracht van de domeinnaam ‘dungs.nl’ aan de merkhouder had bevolen, onder meer op de grond dat de domeinnaam op verwarringwekkende wijze overeenstemt met het merk DUNGS. De onderhavige procedure vloeit derhalve als het ware voort uit die eerdere procedure. De in de WIPO-procedure ingestelde vordering was nauw verweven met de handhaving van het (Unie)merkrecht van de merkhouder. In de eerste cassatieprocedure klaagde de domeinnaamhouder c.s. dat het hof een onbegrijpelijke uitleg aan de gedingstukken had gegeven, omdat uit de stellingen van de domeinnaamhouder c.s. niet volgt dat hij wilde dat zijn betwisting van “het door de merkhouder op een beweerde merkinbreuk gestoelde verweer” buiten beschouwing zou blijven. De domeinnaamhouder c.s. heeft daarmee zelf de zienswijze verdedigd dat het merkenrecht bij de beoordeling van het onderhavige domeinnaamgeschil
moet worden betrokken. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten op dit punt slagen. De Hoge Raad overwoog daarvóór dat degene die zich als domeinnaamhouder heeft laten registeren, alleen gedwongen kan worden de domeinnaam aan een ander over te dragen als hij daartoe rechtens verplicht is, en dat die plicht kan berusten op een overeenkomst of hieruit voortvloeien dat registratie of gebruik van de domeinnaam jegens die ander onrechtmatig is, “zoals wanneer daardoor inbreuk wordt gemaakt op een merkrecht van die ander”. In de terugwijzingsprocedure heeft het hof alsnog beoordeeld of ITT Controls met de domeinnaam ‘dungs.nl’ inbreuk pleegt op het Uniemerkrecht van de merkhouder. Ook in de onderhavige civiele procedure was derhalve de handhaving van het merkrecht van de merkhouder aan de orde. De klacht stuit op het bovenstaande af.