Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure in de zaak 14-970
- de dagvaarding van 9 juli 2014 met producties 1 tot en met 10;
- de incidentele conclusie tot voeging van Karl Dungs van 1 oktober 2014 met producties 1 en 2;
- de conclusie van antwoord in het incident van 15 oktober 2014;
- het vonnis in het incident van 10 december 2014, waarbij de onderhavige zaak is gevoegd met de zaak 14-971;
- de conclusie van antwoord van Karl Dungs van 7 januari 2015 met producties 3 tot en met 8;
- het tussenvonnis van 11 februari 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 mei 2015 en de daarin vermelde producties, de daaraan gehechte eiswijziging en de daaraan gehechte brief van mr. van Eeckhoutte van 11 juni 2015.
2.De procedure in de zaak 14-971
- de dagvaarding van 9 juli 2014 met producties 1 tot en met 10;
- de conclusie van antwoord van Karl Dungs van 7 januari 2015 met producties 3 tot en met 8;
- het tussenvonnis van 11 februari 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 mei 2015 en de daarin vermelde producties, de daaraan gehechte eiswijziging en de daaraan gehechte brief van mr. van Eeckhoutte van 11 juni 2015.
3.De feiten
search engine optimalizationtechnieken om in zoekmachines bij het zoekwoord ‘dungs’ bij de belangrijkste zoekresultaten te verschijnen.
Dungs
De eiser kan op basis van de regeling alleen de volgende vordering
naar Nederlands recht beschermd merk of handelsnaam waarvan eiser rechthebbende is; dan wel
een in een Nederlandse gemeentelijke basisadministratie geregistreerde persoonsnaam, dan wel een naam van een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon of een naam van een in Nederland gevestigde vereniging of stichting waaronder eiser duurzaam aan het maatschappelijke verkeer deelneemt; en
de domeinnaamhouder geen recht heeft op of legitiem belang heeft bij de domeinnaam; en
de domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd of wordt gebruikt.
Administrative Panel Decisiongegeven in de WIPO procedure (hierna: ‘de beslissing van 6 mei 2014’). Geoordeeld is dat de domeinnaam zodanig overeenstemt met het Merk dat hierdoor verwarring kan ontstaan, zodat is voldaan aan het in artikel 2.1 onder a van de Geschillenregeling genoemde criterium. Verder is vastgesteld dat ook is voldaan aan het criterium genoemd in artikel 2.1 onder b van de Geschillenregeling. In dat verband is door de WIPO geschillenbeslechter overwogen:
Many UDRP panels have taken the view that normally, a reseller or distributor can be making a bona fide offering of goods and services and thus have a legitimate interest in the domain name if its use meets certain requirements. These requirements normally include the actual offering of the goods and services at issue, the use of the site to sell only the trademarked goods (…). Frequently these are referred to as the Oki Data principles (…).
4.Het geschil
in de zaak 14-970
5.De beoordeling in beide zaken
Bevoegdheid
dispute resolutionpraktijk ontwikkelde jurisprudentie. Immers, de grondslag voor de vordering van [X] is een onrechtmatige daad. De rechtbank is geen appèl-instantie van de WIPO geschillenbeslechter.
to sell only the trademarked goods”. Dat is één van de Oki Data-criteria. Uit de overweging blijkt vervolgens dat hij aan de hand van feiten en omstandigheden van het geval tot de conclusie komt dat niet aan dat vereiste is voldaan.
to sell only the trademarked goods” ook is voldaan, indien de links naar pagina’s op de website met andere producten duidelijk herkenbaar (“
clearly designated links”) zijn. In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat het niet navolgen van een specifieke andere beslissing van WIPO geschillenbeslechting nog niet betekent dat de beslissing van 6 mei 2014 evident onjuist is. [X] c.s. verliezen bij hun betoog bovendien uit het oog dat de door henzelf ter comparitie geciteerde jurisprudentie het voorbehoud maakt dat die links een klein deel van de website moeten innemen en dat de algemene indruk van de website er een blijft van een website die producten van de merkhouder aanbiedt. In de beslissing van 6 mei 2014 is overwogen dat er zowel bovenaan de pagina een link ‘Products’ en een link ‘Brands’ wordt geboden, als logo’s met links naar pagina’s met (deels) concurrerende producten aan de rechterzijde van de webpagina. Voorts wordt overwogen dat al die links verwijzen naar pagina’s van dezelfde website. Op grond daarvan concludeert de WIPO geschillenbeslechter dat het gebruik van de website niet plaatsvindt uitsluitend voor de verkoop van producten van de merkhouder, alsmede dat de links het relatief eenvoudig maken voor internetgebruikers om te switchen naar producten van andere aanbieders. Die beoordeling acht de rechtbank geenszins onbegrijpelijk en in lijn met de door [X] c.s. aangehaalde WIPO beslissingen. Immers, uit die beslissingen volgt dat het totaalbeeld van de website doorslaggevend is en uit de beslissing van 6 mei 2014 blijkt dat de WIPO geschillenbeslechter dat totaalbeeld aan zijn beoordeling ten grondslag heeft gelegd.
look and feelvoor hun website gebruiken dan Karl Dungs doet, kan die indruk niet wegnemen. [X] c.s. hebben niet aannemelijk gemaakt dat de gemiddelde consument van de betreffende producten de
look and feelvan de website van Karl Dungs zo goed kent, dat die bij het bezoek van de website van [X] c.s. zal opmerken dat deze een andere
look and feelheeft. Bovendien kunnen ook ondernemingen die een ander ontwerp voor hun website gebruiken, een commerciële band hebben met de merkhouder. Die andere
look and feelkan de indruk van een commerciële band dus niet wegnemen.