6.4.De bij het verzoek tot schadevergoeding gevoegde bijlage 1 houdt onder meer het volgende in:
“
Korte situatieschets
Benadeelde, woonachtig tegenover het appartement van verdachte, is door verdachte belaagd en bedreigd. Verdachte heeft honderden briefjes en een drietal pakketjes met daarin ook weer honderden briefjes in haar brievenbus gestopt. Op deze briefjes staan steeds de teksten: 'ik ga jou vermoorden met rakketten kankerhoer' en 'kuthoer'.
Verdachte heeft daarnaast de brievenbus van benadeelde herhaaldelijk volgegoten met brandbare stoffen, waaronder benzine en lampolie. Ook de stoep van benadeelde is herhaaldelijk onder gegoten met brandbare stoffen.
Door deze gebeurtenissen is psychische schade ontstaan bij benadeelde.
Op 14 maart 2016 heeft benadeelde haar laatste aangifte gedaan wegens bedreiging doordat er opnieuw circa 80 briefjes in de brievenbus zijn gegooid met de tekst: ik ga jou vermoorden met rakketten kankerhoer' en 'kuthoer’
[…]
Immateriële schade
Fysiek letsel
N.v.t
Psychische gevolgen
In de eerste plaats is de impact van de strafbare feiten op het leven van benadeelde zeer groot omdat deze plaats hebben gevonden in de directe leefomgeving van benadeelde.
Door de bedreigende teksten voelde benadeelde zich niet veilig in haar eigen huis. Enkele weken na de eerste bedreigingen is zij haar eigen woning ontvlucht vanwege deze gevoelens en is zij enkele dagen bij haar familie blijven slapen.
Benadeelde heeft veel last van de continue en consequente verwensingen met de dood. Zij begrijpt niet dat iemand tot zoiets in staat is.
Ook was ze angstig toen de brandbare vloeistof werd ontdekt, ze is bang voor herhaling en dat het een keer verkeerd zal aflopen omdat er kinderen spelen op de stoep en omdat er papierbakken staan.
Door de beledigende teksten voelde benadeelde zich gekleineerd tegenover buurtgenoten en in haar eer en goede naam aangetast.
Tot op heden beheerst het gedrag van verdachte haar leven. De situatie lijkt uitzichtloos waardoor benadeelde met gevoelens van machteloosheid kampt en continu onrustig is. Deze gevoelens hebben ook haar weerslag op haar lichamelijke gesteldheid. Zij slaapt nog steeds slecht door de belaging en bedreigingen waardoor zij rustgevende tabletten heeft gekregen van de huisarts, bij wie zij regelmatig langs is gegaan om de gevolgen van de stalking te bespreken.
Benadeelde kan niet meer genieten van haar huis en de wijk. Haar eigen huis voelt anders en in de zomer kan zij niet meer genieten van haar balkon omdat ze dan geconfronteerd wordt met de beledigingen door verdachte.
Door deze belaging en bedreigingen is benadeelde nerveuser geworden. Ze leeft dagelijks met een opgejaagd gevoel. Ze heeft het gevoel dat ze eraan onderdoor gaat omdat de verdachte niet stopt. Ze vreest dat hij ook nooit zal stoppen. Ze is nog steeds bang om uitgescholden en bedreigd te worden als ze op het punt staat naar buiten te lopen, waardoor ze niet meer onbevangen de straat op kan.
Benadeelde heeft geen rust in haar hoofd en in haar eigen woning, de plek die veilig zou moeten zijn en haar tot rust zou moeten brengen. Haar woongenot is haar ontnomen door verdachte, doordat hij haar dwingt zijn gedrag te dulden.
Benadeelde kan door het gedrag van verdachte geen gebruik maken van social media. De politie heeft haar sterk afgeraden gebruik te maken van facebook omdat verdachte ook actief is op facebook. Hierdoor is zij niet alleen beperkt in haar persoonlijke levenssfeer maar is haar persoonlijke vrijheid om gebruik te maken van social media van haar afgenomen.
Vergelijkbare jurisprudentie
De smartengeldvergoeding van Rechtbank Almelo van 10 februari 2004, rolnummer 08-004811-03 bedraagt, geïndexeerd naar de normen van het jaar waarin het delict is gepleegd, te weten 2015, €1.210,-.
Ook in deze uitspraak wordt het slachtoffer belaagd door een buurman, ook in deze uitspraak hebben de berichten een dreigend karakter. Verschil is dat benadeelde ook verbaal is bedreigd (extra feit) en dat er in onderhavige zaak brandbare vloeistof is gebruikt om benadeelde vrees aan te jagen (extra feit) en waardoor een in potentie gevaarlijke situatie is ontstaan. De verdachte had daarnaast het oogmerk benadeelde nadeel toe te brengen (angstgevoelens, gevoelens van onveiligheid, opgejaagd en onrustig gevoel, onbevangenheid op straat kwijt). Er is door het gedrag van benadeelde in casu ook sprake van een beperking van de bewegingsvrijheid en de vrijheid om gebruik te maken van social media.
Dit leidt tot de conclusie dat de immateriële schade van benadeelde gezien de omstandigheden, de ernst en de gevolgen in redelijkheid is te stellen op ten minste € 2.000,- en thans opeisbaar is.
Totale immateriële schade € 2.000,-
Totale schade
€ 2.000,-
Benadeelde verzoekt u de vordering met een bedrag van € 2.000,- toe te wijzen en te vermeerderen met de
wettelijke rentevanaf het moment van het ontstaan van de schade.”