Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Vooraf
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 5 januari 2022 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een zaak waarin belanghebbende in beroep ging tegen boetes die door de Inspecteur der Belastingen waren opgelegd wegens het te laat indienen van aangiften inkomstenbelasting voor de jaren 2015 en 2016. De Inspecteur had boetes van NAf 1.000 en NAf 1.500 opgelegd, respectievelijk voor de jaren 2015 en 2016, omdat belanghebbende de aangiften niet tijdig had ingediend. Belanghebbende stelde echter dat hij geen aanmaningen had ontvangen om alsnog aangifte te doen, wat volgens de wet een voorwaarde is voor het opleggen van een boete. Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur niet had aangetoond dat belanghebbende de aanmaningen had ontvangen, en achtte de verklaring van belanghebbende geloofwaardig, vooral gezien de slechte postbezorging in Curaçao. Hierdoor konden de boetes niet in stand blijven en werd het beroep van belanghebbende gegrond verklaard. Daarnaast werd de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade van NAf 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De proceskosten werden vastgesteld op NAf 1.400 en het betaalde griffierecht van NAf 50 moest ook worden vergoed.