Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Beroep niet-tijdig beslissen
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 31 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen aanslagen inkomstenbelasting, premies AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2015, die op 23 november 2018 waren opgelegd. De belanghebbende stelde dat de aanslagen onjuist waren en dat zij recht had op aftrekken van bepaalde premies, waaronder de premie brandverzekering. De Inspecteur had een verzuimboete opgelegd van NAf 1.000 wegens het niet tijdig indienen van de aangifte.
Tijdens de zitting op 23 maart 2021, die via videoverbinding plaatsvond vanwege coronamaatregelen, heeft de belanghebbende haar standpunten toegelicht, bijgestaan door haar moeder. De Inspecteur heeft op zijn beurt een verweerschrift ingediend. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de belanghebbende met de inbreng van de polis van de brandverzekering in haar bewijslast is geslaagd, maar dat een deel van de premie niet aftrekbaar was. De verzuimboete bleef in stand, omdat de Inspecteur terecht had gesteld dat er sprake was van een derde verzuim.
De belanghebbende verzocht ook om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Het Gerecht oordeelde dat de redelijke termijn niet was overschreden, mede door een grootschalige brand in het belastingkantoor in augustus 2019, die de termijn met vier maanden verlengde. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar werd gegrond verklaard, en de aanslagen werden verminderd. De verzuimboete werd ongegrond verklaard, en het betaalde griffierecht werd aan de belanghebbende vergoed.