Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid beroep
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan op het beroep van een belanghebbende, die een kapsalon drijft, tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premieheffingen over de jaren 2013 tot en met 2015. De Inspecteur der Belastingen had navorderingsaanslagen opgelegd naar aanleiding van een proces-verbaal van de politie, waarin de zoon van de belanghebbende met een grote hoeveelheid contant geld was aangehouden op de luchthaven. De belanghebbende betwistte de navorderingsaanslagen en stelde dat de Inspecteur niet beschikte over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigde. Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur bij het opleggen van de primitieve aanslagen al op de hoogte was van de gegevens uit het proces-verbaal, waardoor er geen nieuw feit was voor de navorderingsaanslagen over het jaar 2015. De navorderingsaanslagen voor de jaren 2013 en 2014 werden verminderd tot een belastbaar en premie-inkomen van NAf 50.000. De uitspraak werd gedaan op 30 september 2020, waarbij de proceskosten en het griffierecht aan de belanghebbende werden vergoed.