Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Ontvankelijkheid beroep
5.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de gemachtigde van [X] B.V. bezwaar gemaakt tegen verzuimboetes die zijn opgelegd door de Inspecteur der Belastingen voor de periode van juli 2014 tot en met december 2016. De verzuimboetes waren het gevolg van niet-tijdige betalingen van naheffingsaanslagen in de loonbelasting en andere premies. De gemachtigde stelde dat de uitspraken op bezwaar ten onrechte niet aan hem waren toegezonden, waardoor de beroepstermijn pas begon te lopen op het moment dat hij de uitspraken onder ogen kreeg. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelde dat de beroepschriften tijdig waren ingediend, omdat de gemachtigde de uitspraken op bezwaar pas op 25 april 2016 had ontvangen.
De Inspecteur heeft in de beroepsfase alle verzuimboetes vernietigd, waardoor het beroep van belanghebbende niet tot een gunstiger resultaat kon leiden. Het Gerecht verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, maar veroordeelde de Inspecteur wel tot vergoeding van de proceskosten die belanghebbende had gemaakt. De hoogte van de proceskostenvergoeding werd vastgesteld op Naf. 2.625, en de Inspecteur werd opgedragen de betaalde griffierechten van Naf. 1.500 te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen op 26 juni 2018, in aanwezigheid van griffier N.N. Noël-van der Biezen BSc.