ECLI:NL:HR:2005:AT3985
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Bezwaartermijn en bekendmaking aanslag in de vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een geschil tussen X N.V. en de Inspecteur van de Belastingdienst over de bekendmaking van een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1998. De Inspecteur had de aanslag opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 10.000, maar verklaarde het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk. Belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Hierna stelde belanghebbende cassatie in bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat de aanslag niet op de juiste wijze bekend is gemaakt. Belanghebbende had op 16 maart 2000 de belastingdienst geïnformeerd over een adreswijziging, maar de aanslag was naar het oude adres gestuurd. Hierdoor was de termijn voor het indienen van bezwaar niet op de juiste wijze aangevangen. De Hoge Raad stelt vast dat de bezwaartermijn pas begint te lopen op de dag dat belanghebbende het aanslagbiljet heeft ontvangen op het juiste adres.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en draagt de Inspecteur op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van belanghebbende. Tevens wordt de Staat veroordeeld tot het vergoeden van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende. Dit arrest benadrukt het belang van correcte bekendmaking van belastingaanslagen en de gevolgen van een onjuiste adressering voor de rechtspositie van belastingplichtigen.