Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
De raadsvrouw deelt desgevraagd mee dat zij niet weet of een eerder in een andere strafzaak opgelegde taakstraf is uitgevoerd.
De voorzitter bespreekt de inhoud van een op 23 september 2019 bij het hof ingekomen voortgangsverslag van de reclassering dat betrekking heeft op een schorsingstoezicht in de zaak met parketnummer 08-036320-19. Daaruit blijkt dat er ten aanzien van de enkelband overtredingen zijn vastgesteld.
De raadsvrouw deelt hierop mee:
De advocaat-generaal voert het woord, leest de vordering voor, strekkende tot veroordeling van verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van honderdeenentwintig dagen, waarvan vijfenzeventig dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van voorarrest en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd. De vordering strekt daarnaast tot oplegging van een taakstraf voor de duur van honderd uren, subsidiair vijftig dagen hechtenis. De advocaat-generaal heeft de vordering aan het hof overgelegd.
Ten slotte blijkt uit het dossier dat verdachte zich bij herhaling niet heeft gehouden aan de voorwaarden die aan hem zijn gesteld in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis. Hij heeft tot tweemaal toe de batterij van zijn enkelband niet opgeladen en hij is (zonder melding) te laat teruggekeerd van zijn verblijf in Marokko. Het moge zo zijn dat de reclassering hierin geen aanleiding heeft gevonden om een opheffing van de schorsing te adviseren, maar het hof stelt vast dat verdachtes houding ook hier te wensen over laat, terwijl dat geen pas geeft bij zijn situatie waarin hij nu juist alles op alles zou moeten zetten om zich aan de gestelde voorwaarden te houden.
3.Beoordeling van het tweede en het derde cassatiemiddel
4.Beoordeling van het vierde cassatiemiddel
5.Beslissing
13 april 2021.