Uitspraak
gevestigd te Hoogeveen,
gevestigd te Stonehouse, Verenigd Koninkrijk,
2.Beantwoording van de prejudiciële vragen
Inleiding, feiten en procesverloop
3.Beslissing
19 februari 2021.
Hoge Raad
In deze prejudiciële zaak heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag of voor de bescherming van beschrijvende handelsnamen onder de Handelsnaamwet (Hnw) voldoende is dat er verwarringsgevaar bestaat, of dat bijkomende omstandigheden vereist zijn. De zaak is ontstaan uit een geschil tussen DOC Dairy Partners B.V. en Dairy Partners Limited, waarbij Dairy Partners vorderde dat DOC haar handelsnaam zou wijzigen omdat deze verwarring zou kunnen veroorzaken. De Hoge Raad heeft de prejudiciële vragen van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden beantwoord, waarbij werd vastgesteld dat bij de toepassing van artikel 5 Hnw geen aanvullende vereisten gelden voor beschrijvende handelsnamen. De Hoge Raad benadrukte dat het algemene belang dat beschrijvende aanduidingen vrij gebruikt kunnen worden, moet worden meegenomen in de beoordeling van verwarringsgevaar. De uitspraak verduidelijkt dat ook beschrijvende handelsnamen bescherming kunnen genieten, mits er verwarring te duchten is, maar dat bijkomende omstandigheden niet noodzakelijk zijn. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de bescherming van handelsnamen in het algemeen, vooral in het licht van de toenemende digitalisering en het gebruik van beschrijvende termen in de markt.