ECLI:NL:HR:2020:1868
Hoge Raad
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van leden van de wrakingskamer van de Hoge Raad in belastingzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 november 2020 uitspraak gedaan over de wrakingsverzoeken van verzoeker, die eerder beroep in cassatie had ingesteld in twee belastingzaken. De verzoeker had de wraking van de raadsheren M.A. Fierstra, J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren aangevraagd, nadat hij had verzocht om aanhouding van de uitspraken in zijn belastingzaken. De wrakingsverzoeken zijn geregistreerd onder de nummers 20/00520 en 20/00521. De verzoeker heeft later ook de leden van de wrakingskamer gewraakt, omdat hij meende dat zijn recht op een eerlijke rechtsgang was geschonden door de afwijzing van zijn verzoek om aanhouding. De Hoge Raad oordeelde dat de wrakingsgronden niet voldeden aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat de verzoeken om wraking misbruik van recht vormden. De Hoge Raad heeft daarom de wrakingsverzoeken buiten behandeling gesteld en bepaald dat toekomstige verzoeken van verzoeker niet in behandeling zullen worden genomen. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.