ECLI:NL:GHDHA:2020:2908
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van uitkeringen in verband met arbeidsongeschiktheid en belastingheffing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 1 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kwalificatie van uitkeringen die belanghebbende heeft ontvangen in verband met arbeidsongeschiktheid. De belanghebbende, die sinds 2001 arbeidsongeschikt is, ontving in 2018 uitkeringen van verschillende pensioenfondsen en het UWV. De inspecteur van de Belastingdienst had deze uitkeringen aangemerkt als inkomsten uit vroegere dienstbetrekking, wat leidde tot een belastingaanslag. De belanghebbende betwistte dit en stelde dat de uitkeringen moesten worden gekwalificeerd als vrijgestelde letselschadevergoeding, gebaseerd op eerdere uitspraken van de Hoge Raad.
De Rechtbank Den Haag had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging. Het Hof oordeelde dat de Rechtbank op goede gronden tot haar beslissing was gekomen. Het Hof concludeerde dat de uitkeringen niet konden worden aangemerkt als vrijgestelde letselschadevergoeding, maar als belastbare inkomsten uit werk en woning. Het Hof vond geen aanleiding om prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voor te leggen, aangezien de rechtsvraag al aan de Hoge Raad was voorgelegd in een andere procedure.
De uitspraak van het Hof bevestigde de beslissing van de Rechtbank, waarbij het Hof geen reden zag om de proceskosten te veroordelen. De belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.