Uitspraak
gevestigd te Kifissia, Griekenland,
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
2.Beoordeling van het verstek
corona-betekening’, gebaseerd op een richtlijn van de KBvG. [2] Daarmee wordt gedoeld op de werkwijze van deurwaarders sinds de uitbraak van het COVID-19-virus, waarbij in gevallen waarin betekening op de voet van art. 46 lid 1 Rv, gelet op het risico van besmetting, niet verantwoord wordt geacht, direct op de voet van art. 47 Rv een afschrift van het exploot in een gesloten envelop aan de woonplaats wordt achtergelaten (zie de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.36-2.43). Beoordeeld dient te worden of deze werkwijze een gebrek in het exploot oplevert dat met nietigheid is bedreigd als bedoeld in art. 120 Rv. Daarbij gaat het erom of de overheidsmaatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het COVID-19-virus ertoe leiden dat sprake is van een ‘feitelijke onmogelijkheid’ om op de voet van art. 46 lid 1 Rv te betekenen, als bedoeld in art. 47 Rv. Tot die overheidsmaatregelen behoort de richtlijn van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (hierna: RIVM) om 1,5 meter afstand van elkaar te houden.
3.Beslissing
19 juni 2020.