Uitspraak
gevestigd te Genève, Zwitserland,
gevestigd te Nagypáli, Hongarije,
2.Beoordeling van de incidentele vordering tot voeging.
3.Beslissing
15 november 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarin de National Joint Stock Company Naftogaz of Ukraine (hierna: Naftogaz) zich wilde voegen aan de zijde van Omni Bridgeway S.A. (hierna: Omni) in een geschil tegen Trameta KFT (hierna: Trameta). De zaak betreft een incident tot voeging in cassatie, waarbij Naftogaz belang had bij de uitkomst van de procedure, omdat zij vorderingen had op haar die mogelijk door Omni of Trameta werden ingediend. De Hoge Raad oordeelde dat Naftogaz, ondanks dat zij geen cassatieberoep had ingesteld, een gerechtvaardigd belang had om zich te voegen aan de zijde van Omni. De Hoge Raad overwoog dat de vordering tot voeging niet kan dienen om een verzuim in het instellen van cassatie te herstellen, maar dat Naftogaz wel degelijk een belang had bij de uitkomst van de procedure. De Hoge Raad heeft de incidentele vordering tot voeging van Naftogaz toegewezen en Trameta veroordeeld in de kosten van het incident. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor schriftelijke toelichting.