ECLI:NL:HR:2015:3395

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 november 2015
Publicatiedatum
26 november 2015
Zaaknummer
15/03467
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen afwijzing verzoek tot toepassing schuldsanering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 november 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [verzoeker] tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof had eerder het vonnis van de rechtbank Overijssel vernietigd, waarbij [verzoeker] niet-ontvankelijk was verklaard in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsanering. De Hoge Raad verwijst naar de relevante feiten en eerdere uitspraken, waaronder het vonnis van de rechtbank van 8 juni 2015 en het arrest van het hof van 16 juli 2015. De advocaat-generaal L. Timmerman had in zijn conclusie tot vernietiging van het hof-arrest geadviseerd.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), waarbij de Hoge Raad concludeert dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwijst hierbij naar eerdere uitspraken van 17 januari 2014.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van [verzoeker]. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot, en is een belangrijke uitspraak in het kader van de schuldsanering en de devolutieve werking van appel.

Uitspraak

27 november 2015
Eerste Kamer
15/03467
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. S.M. Kingma.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak met het insolventienummer C/08/14/795 F van de rechtbank Overijssel van 8 juni 2015;
b. het arrest in de zaak 200.171.427/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 juli 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot vernietiging.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:96, en HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:97, NJ 2015/68).

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
27 november 2015.