Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
3.Beoordeling van het middel
De omgang diende plaats te vinden onder begeleiding. Nadien heeft één ontmoeting plaatsgevonden die volgens beide partijen goed is verlopen (volgens de moeder: naar omstandigheden).
Awarealarmsysteem. De rechtbank vreesde dat de moeder dit systeem zou gebruiken ter obstructie van de omgangsregeling, hetgeen niet in het belang is van het kind. Daarom zag zij geen andere mogelijkheid dan het verzoek van de vader af te wijzen en zijn recht op omgang te schorsen. (rov. 2.9)
Awarealarmsysteem (rov. 4.7). Met als uitgangspunten dat een ongestoorde relatie van het kind met de niet-verzorgende ouder in het belang van het kind is, dat er geen contra-indicaties zijn voor de omgang tussen de vader en zijn dochter, en dat de weigering van de moeder daaraan mee te werken niet door objectieve gegevens wordt ondersteund, was het hof van oordeel dat op korte termijn een omgangsregeling tot stand moest komen. De omgang diende aanvankelijk plaats te vinden door tussenkomst van het Omgangshuis en geleidelijk te worden opgebouwd. De moeder heeft hiertegen onvoldoende concrete bezwaren aangevoerd. Het is niet aan haar te bepalen op welke wijze het Omgangshuis aan de omgang vorm geeft. Er is voorts geen enkel aanknopingspunt in het dossier te vinden om voorwaarden aan de vader te stellen voordat de omgang kan plaatsvinden. De moeder dient zich te houden aan de aanwijzingen van (de medewerkers van) het Omgangshuis. Het hof verbond een dwangsom aan de verplichting tot medewerking van de moeder, gelet op haar houding tot dan toe. (rov. 4.8)
(rov. 2.2)
Er bestaat geen aanleiding lijfsdwang toe te passen of de hoofdverblijfplaats van het kind te wijzigen (rov. 2.3-2.4). De Raad heeft het aanvankelijk gedane verzoek tot ondertoezichtstelling niet gehandhaafd. De Raad heeft voorts opgemerkt
- dat in de toekomst een ontwikkelingsbedreiging bij het kind kan ontstaan doordat zij geen beeld van haar vader kan vormen op basis van haar eigen ervaringen en contact;
- dat het om die reden van belang is dat er omgang komt;
- dat, gelet op de verhouding tussen partijen, deze omgang door een onafhankelijk persoon dient te worden begeleid, die de moeder dient te leren begrenzen en de vader dient te leren afspraken na te komen en consequent te zijn;
- dat de uitvoering van begeleide omgang gedurende langere tijd problematisch zal zijn, omdat de mogelijkheid tot continue begeleiding ontbreekt.
4.Beslissing
17 januari 2014.