3.2.De man verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking:
1. Een omgangsregeling vast te stellen tussen de man en [de minderjarige] , waarbij [de minderjarige] bij de man zal verblijven tenminste éénmaal per twee weken een weekend van vrijdag na school tot zondagavond 18.00 uur, alsmede éénmaal per twee weken (in de andere week) op woensdag na school tot 19.00 uur, waarbij hij [de minderjarige] op vrijdag en op woensdag van school haalt en haar op zondag en op woensdag terugbrengt bij de vrouw, alsmede de helft van de schoolvakanties en feestdagen, althans een omgangsregeling vast te stellen die het hof juist acht, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor elke dag of gedeelte van de dag dat de vrouw deze omgangsregeling niet naleeft c.q. hieraan niet meewerkt, met de bepaling dat de alimentatieverplichting van de man zal worden opgeschort zodra en zolang de vrouw niet meewerkt aan de omgangsregeling als door het hof zal worden bepaald;
2. Daarbij te bepalen dat, teneinde toe te werken naar deze omgangsregeling en [de minderjarige] hierin te begeleiden, de eerste contacten tussen de man en [de minderjarige] tot stand komen bij orthopedagoog mw. drs. G.M.M. de Boer te Alkmaar, dan wel een andere door het hof te benoemen Omgangsbegeleider binnen 4 weken na de te wijzen beschikking, en te bepalen dat derhalve de Begeleide Omgang tussen de man en de minderjarige (zonder bijzijn van de vrouw) wordt voortgezet bij orthopedagoog mw. drs. G.M.M. de Boer te Alkmaar, dan wel een andere door het hof te benoemen Omgangsbegeleider, en te bepalen dat de vrouw gehouden is hieraan mee te werken door [de minderjarige] in de gelegenheid te stellen aanwezig te zijn op de momenten waarop en de locatie waar de Begeleide Omgang tussen de man en [de minderjarige] op aanwijzingen van de te benoemen begeleider zal plaatshebben, alsook gehouden zal zijn alle overige aanwijzingen van de begeleider in het kader van Begeleide Omgang op te volgen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor elke keer dat de vrouw hieraan geen gevolg geeft c.q. hieraan niet meewerkt, met de bepaling dat de alimentatieverplichting van de man zal worden opgeschort zodra en zolang de vrouw geen gevolg geeft aan de aanwijzingen van de begeleider dan wel op enigerlei wijze niet meewerkt aan de Begeleide Omgang tussen de man en [de minderjarige] ;
3. daarbij te bepalen dat de vrouw de man wekelijks schriftelijk informeert over het leven en welzijn van [de minderjarige] , op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor elke keer dat de vrouw hieraan geen gevolg geeft c.q. hieraan niet meewerkt;
4. Indien het hof van mening is dat de voormelde omgangsregeling zonder Omgangsbegeleiding tot stand dient te komen, te bepalen dat de verzochte omgangsregeling wordt opgebouwd volgens de door de man in het (subsidiaire) petitum van zijn beroepschrift gedetailleerd beschreven stappen,
dan wel een andere opbouw van de omgang te bepalen die het hof juist acht, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor elke dag of gedeelte van de dag dat de vrouw deze opbouwregeling niet naleeft c.q. hieraan niet meewerkt; met de bepaling dat zijn alimentatieverplichting zal worden opgeschort zolang de vrouw niet meewerkt aan de omgangsregeling als door het hof zal worden bepaald;
5. Hierbij te bepalen dat [de minderjarige] onder toezicht zal worden gesteld om haar bij de (opbouw van de) omgang te kunnen begeleiden en dat de begeleiding van [de minderjarige] bij (de opbouw van) de omgang met de man zal worden uitgevoerd door Jeugdbescherming Amsterdam (JBRA), met de bepaling dat de vrouw gehouden zal zijn de in dit kader te geven aanwijzingen door de gezinsvoogd c.q. begeleider van JBRA op te volgen, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per keer dat de vrouw deze aanwijzing(en) niet opvolgt c.q. aan de begeleiding van JBRA niet meewerkt, met de bepaling dat de alimentatieverplichting van de man zal worden opgeschort zodra en zolang de vrouw niet meewerkt aan de omgangsregeling als door het hof zal worden bepaald;
6. Indien het hof van mening is dat de door de man verzochte omgang niet op de voormelde wijze kan worden vastgesteld dan wel opgebouwd alvorens partijen gezamenlijk het traject Begeleide Omgang en Ouderbegeleiding hebben doorlopen, te bepalen dat de vrouw binnen twee weken na de te geven beschikking zal meewerken aan hervatting van Ouderbegeleiding en Begeleide Omgang bij mw. drs. G.M.M. De Boer dan wel bij een andere door het hof te bepalen deskundige c.q. begeleider, waarbij de begeleider zal rapporteren aan het hof en het hof voorts bepaalt dat de vrouw alle aanwijzingen, zoals die in het kader van frequentie, locatie, wijze van omgang en begeleiding, aanwezigheid van partijen en [de minderjarige] en overige aanwijzingen, van de te noemen deskundige c.q. begeleider gedurende het traject zal opvolgen, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per keer dat de vrouw deze aanwijzing(en) niet opvolgt c.q. aan de begeleiding niet meewerkt of anderszins in gebreke blijft,
met de bepaling dat de alimentatieverplichting van de man zal worden opgeschort zodra en zolang de vrouw niet meewerkt aan begeleiding als door het hof zal worden bepaald;
7. Indien het hof van mening is dat de door hem verzochte omgang niet op de voormelde wijze kan worden vastgesteld dan wel opgebouwd, te bepalen dat omgang zal plaatsvinden via het Omgangshuis Noord-Holland, met de bepaling dat de vrouw hieraan haar volledige medewerking zal verlenen en de aanwijzingen van het Omgangshuis qua duur, frequentie, locatie en wijze van omgang zal opvolgen op straffe van een dwangsom van € 100,00 per keer dat de vrouw deze aanwijzing(en) niet opvolgt c.q. aan de omgang via het Omgangshuis niet meewerkt,
met de bepaling dat de alimentatieverplichting van de man zal worden opgeschort zodra en zolang de vrouw niet meewerkt aan de omgangsbegeleiding door het Omgangshuis;
8. Indien het hof van mening is dat partijen verwezen dienen te worden naar forensische mediation alvorens een (definitieve) omgangsregeling tot stand kan komen, te bepalen dat partijen zich binnen twee weken na de te geven beschikking tot een door het hof te benoemen forensische mediator zullen wenden, waarbij bepaald zal worden dat de forensische mediator zal rapporteren aan het hof en dat de vrouw de aanwijzingen van de mediator zal opvolgen op straffe van een dwangsom, van € 100,00 per keer dat de vrouw deze aanwijzing(en) niet opvolgt c.q. aan de forensische mediation niet meewerkt, met de bepaling dat de alimentatieverplichting van de man zal worden opgeschort zodra en zolang de vrouw niet meewerkt aan de forensische mediation als door het hof zal worden bepaald;
9. Hierbij te bepalen dat bij wijze van tijdelijke omgangsregeling [de minderjarige] bij de man zal verblijven eenmaal per twee weken op zaterdag van 9.00 uur tot 17.00 uur, dan wel een andere tijdelijke regeling die het hof juist acht, waarbij de vrouw [de minderjarige] zal brengen bij de man en haar bij de man zal ophalen, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag voor elke dag of gedeelte van de dag dat de vrouw deze tijdelijke regeling niet naleeft c.q. hieraan niet meewerkt, met de bepaling dat de alimentatieverplichting van de man zal worden opgeschort zodra en zolang de vrouw niet meewerkt aan de tijdelijke regeling als door het hof zal worden bepaald;