ECLI:NL:GHAMS:2015:606
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Wigleven
- M.F.G.H. Beckers
- J.W. Brunt
- Rechtspraak.nl
Contactregeling tussen biologische vader en kind met betrekking tot statusvoorlichting en informatieregeling
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep van een man die contact wil met zijn biologische kind, dat is geboren uit een donorrelatie. De man, aangeduid als appellant, heeft in eerdere procedures geprobeerd om een omgangsregeling te bewerkstelligen, maar de moeders van het kind, de biologische moeder en de adoptiemoeder, hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Het hof verwijst naar eerdere uitspraken en rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming, die adviseren om op dit moment geen omgangsregeling vast te leggen. De moeders hebben aangegeven dat de spanningen die zijn ontstaan door de juridische procedures hun draagkracht beïnvloeden en dat zij tijd en ruimte nodig hebben om hun situatie te stabiliseren. Het hof heeft vastgesteld dat de moeders momenteel onvoldoende draagkracht hebben om de omgang tussen de man en het kind te ondersteunen. Het hof heeft echter ook geoordeeld dat het belangrijk is dat het kind, ter bevordering van zijn identiteitsontwikkeling, statusvoorlichting krijgt over zijn biologische vader. Het hof heeft besloten dat de man en het kind minimaal eenmaal per jaar contact zullen hebben, met het eerste contact gepland na de verjaardag van het kind in 2016. Daarnaast is er een informatieregeling vastgesteld waarbij de moeders de man elk half jaar op de hoogte zullen stellen van de ontwikkeling van het kind en hem een recente foto zullen sturen. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad en de proceskosten zijn niet toegewezen aan de man.