ECLI:NL:HR:2013:CA3958
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders van rechtspersonen in concernverhoudingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 juni 2013 uitspraak gedaan over de hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders van rechtspersonen in het kader van concernverhoudingen. De zaak betreft een prejudiciële vraag die door de rechtbank Oost-Brabant is voorgelegd, waarin de curator van My Guide (Nederland) B.V. de aansprakelijkheid van een buitenlandse rechtspersoon, die als bestuurder van een andere rechtspersoon fungeert, ter discussie stelt. De vraag is of artikel 11 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is in situaties waarin een Nederlandse rechtspersoon wordt bestuurd door een buitenlandse rechtspersoon. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie en concludeert dat de aansprakelijkheid van een buitenlandse rechtspersoon als bestuurder van een Nederlandse vennootschap niet automatisch leidt tot hoofdelijke aansprakelijkheid onder Nederlands recht, tenzij de bestuurder een Nederlandse rechtspersoon is. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de door de rechtbank gestelde vraag reeds beantwoord is in een eerder arrest van 2011, waarin werd overwogen dat de aansprakelijkheid van bestuurders van rechtspersonen wordt beheerst door het recht dat op de corporatie van toepassing is. De Hoge Raad heeft daarom besloten af te zien van beantwoording van de prejudiciële vraag, omdat deze reeds in eerdere rechtspraak is behandeld. De uitspraak benadrukt de complexiteit van de aansprakelijkheid van bestuurders in internationale contexten en de noodzaak om het toepasselijke recht zorgvuldig te bepalen.