Uitspraak
1.[appellant]
de erven van mevrouw [appellante],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
- (De rechtsvoorganger(s) van) [de ondernemer] (hebben) heeft altijd schapen laten grazen op het perceel,
- Perceel B en Perceel [de ondernemer] II vormen visueel één geheel en Perceel B is onbereikbaar omdat het is omgeven door sloten en alleen bereikbaar is vanaf Perceel [de ondernemer] II dat is afgesloten door een hek.
Het betreft het groen gearceerde gedeelte op de situatietekening die als productie 8 in het geding wordt gebracht”. Midstate heeft op de situatietekening met groen ingetekend welk deel volgens haar geen onderdeel vormde van de leveringen aan de Gemeente (productie 8 bij haar dagvaarding).
Het perceelgedeelte valt niet onder het met schuine strepen gearceerde gedeelte op de situatietekening van 10 januari 1991 (..) en valt buiten het exploitatiegebied”. Bij eindvonnis heeft de rechtbank [de ondernemer] veroordeeld om “
het perceelgedeelte (met uitzondering van de grond onder de toegangsweg, die eigendom van Midstate is gebleven)” aan Midstate terug te leveren. Dit perceelgedeelte betreft derhalve niet het volledige Perceel A en komt overeen met de uitmeting door de landmeter. Het hof is van oordeel dat [de ondernemer] in het licht van het voorgaande de stelling van de Gemeente onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken. Het hof neemt dan ook als vaststaand aan dat Midstate het perceelgedeelte zoals opgenomen in het tussenvonnis van 31 maart 2021 in de zaak C/16/503156 niet aan de Gemeente heeft overgedragen (hierna: Perceel Midstate), maar dat het resterende deel van Perceel A zoals blauw gearceerd is aangegeven op productie 4 bij de antwoordakte van de Gemeente van 5 april 2022 (hierna: het Restperceel) destijds wel is overgedragen aan de Gemeente. Het hof zal dan ook dienen te beoordelen of de toewijzing van de vordering van de Gemeente tot levering ten aanzien van het Restperceel in stand dient te blijven.