Uitspraak
wonende te [woonplaats],
zetelende te Curaçao,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
28 juni 2013.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van het Land Curaçao voor letselschade die een gedetineerde, aangeduid als [verzoeker], heeft opgelopen tijdens een voetbalspel in de Bon Futuro gevangenis. Op 2 juni 2007 raakte [verzoeker] ernstig gewond toen hij tijdens het voetballen met zijn hoofd tegen een betonnen muur botste, wat resulteerde in een dwarslaesie en blijvende verlamming van zijn ledematen. De vloer van de binnenplaats, waar het ongeval plaatsvond, was van beton en niet geschikt voor het spelen van voetbal, vooral omdat deze vaak nat en glad was. [verzoeker] stelde dat het Land onrechtmatig had gehandeld door een gevaarlijke situatie te creëren door het aanbieden van een speelveld dat niet veilig was voor het voetballen.
De Hoge Raad oordeelde dat het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in zijn eerdere uitspraak onvoldoende had gemotiveerd waarom het Land niet aansprakelijk was voor de schade. De Hoge Raad benadrukte dat de situatie op de binnenplaats gevaarlijk was en dat het Land had moeten rekening houden met de mogelijkheid dat gedetineerden niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid zouden betrachten. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van het hof en verwees de zaak terug voor verdere behandeling, waarbij het hof opnieuw moest beoordelen of het Land de nodige veiligheidsmaatregelen had moeten treffen.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de zorgplicht van de overheid jegens gedetineerden en de noodzaak om veilige omstandigheden te waarborgen, vooral in situaties waar risico's inherent zijn aan de activiteit, zoals sport.
De Hoge Raad heeft het Land Curaçao veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 383,18 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.