Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure bij de rechtbank
2.Het verloop van de procedure bij het gerechtshof
3.De vaststaande feiten
4.De vorderingen en de beslissing in eerste aanleg
in de hoofdzaakvoor recht zal verklaren dat de Gemeente tekort is geschoten in haar zorgplicht betreffende het onderhoud van de boom en zodoende aansprakelijk is voor de schade die [geïntimeerde] ten gevolge van het ongeval op 15 juli 2015 heeft geleden en nog zal lijden,
in het incidentde Gemeente zal veroordelen tot betaling van een voorschot op de uiteindelijke schade, en
in zowel de hoofdzaak als het incidentde Gemeente zal veroordelen in de (na)kosten, vermeerderd met rente.
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Gelet op de leeftijd van de boom, de standplaats en gebruik van de openbare ruimte rond de boom en onder de boomkroon, was hier sprake van een situatie met een verhoogd risico. Dit was door de gemeente Zutphen bekend waardoor de boom, in het kader van de ‘Wettelijke zorgplicht’ dan ook al een ruim aantal jaren werd geïnspecteerd/gecontroleerd (…).”
onwaarschijnlijk” achtte dat er in 2013 en 2014 geen inspectie zou hebben plaatsgevonden, staat inmiddels vast dat de boom in die jaren niet is gecontroleerd (zie de laatste zin van rechtsoverweging 2.3. van het vonnis van de rechtbank). De eerstvolgende controle vond pas plaats op 24 februari 2015 (ruim vijf maanden vóór het ongeval). [de deskundige van Tree-O-Logic] (hierna: [de deskundige van Tree-O-Logic] ) van boomtechnisch onderzoeks- en adviesbureau Tree-O-Logic heeft de boom toen geïnspecteerd conform de zogeheten VTA-methode. Deze methode behelst een visuele controle vanaf het maaiveld waarbij wordt gelet op mogelijke uiterlijke kenmerken van aantastingen, schades en/of zwakheden waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij een risico/gevaar opleveren voor de directe omgeving van de boom. De bij deze inspectie eventueel te gebruiken gereedschappen zijn een houten hamer en een prikstok om het stambreukrisico respectievelijk het wortelgestel te onderzoeken. In zijn verslag naar aanleiding van die inspectie (zie memorie van antwoord, productie 3) schrijft [de deskundige van Tree-O-Logic] onder meer het volgende:
Conditie: matig (verminderde groeikracht, (te) geringe scheutlengte ontwikkeling, knop- e/o bladbezetting)
Nader onderzoek; stambreuk risico.” Zo’n nader onderzoek wordt volgens directeur [de directeur van Tree-O-Logic] (hierna: [de directeur van Tree-O-Logic] ) van Tree-O-Logic geadviseerd wanneer een visuele beoordeling alleen niet volstaat om aan te geven in hoeverre een boom verzwakt is en of daardoor bepaalde veiligheidsgrenzen zijn overschreden (zie inleidende dagvaarding, productie 6c)
.
geen aanleiding om een kapvergunning aan te vragen” en waren er bovendien “
geen aanvullende maatregelen nodig om de veiligheid rond de boom te kunnen garanderen” (zie zijn verklaring van 17 april 2019, overgelegd bij memorie van grieven, productie 1, bijlage 3). De bevindingen van [de werkleider Groen van de Gemeente] zijn toen niet schriftelijk vastgelegd.
in feite” hetzelfde heeft gedaan als [de deskundige van Tree-O-Logic] in februari 2015, zonder daarbij aan te geven in welke zin zijn onderzoek dan feitelijk eventueel méér behelsde dan de inspectie van [de deskundige van Tree-O-Logic] . [geïntimeerde] stelt mede daarom dat de inspectie van [de werkleider Groen van de Gemeente] niet als een nader – dat wil zeggen: nauwer, uitvoeriger – onderzoek kan worden aangemerkt. In dit verband wijst zij ook op de volgende passage uit het rapport van [de deskundige van Boomtotaalzorg] (p. 7): “
Wat opvalt is dat de paardenkastanje tijdens de VTA-controle is aangemerkt als ‘risicoboom’ met als advies de boom te onderwerpen aan een nader onderzoek. Helaas is de tak voordat dit onderzoek heeft plaatsgevonden afgebroken.” Hoewel de Gemeente bestrijdt dat [de werkleider Groen van de Gemeente] geen nader onderzoek heeft verricht, heeft zij in hoger beroep uiteindelijk onvoldoende aangegeven in welk(e) opzicht(en) het onderzoek van [de werkleider Groen van de Gemeente] nauwer/uitvoeriger was dan de door [de deskundige van Tree-O-Logic] van Tree-O-Logic verrichte inspectie. Ook de door haar overgelegde verklaring van [de directeur van Tree-O-Logic] (memorie van grieven, productie 1) en het rapport van [de deskundige van Terra Nostra] (hierna: [de deskundige van Terra Nostra] ) van Terra Nostra (memorie van grieven, productie 2) bevatten namelijk geen informatie waaruit kan worden afgeleid of en, zo ja, in hoeverre de inspectie van [de werkleider Groen van de Gemeente] (in april 2015) méér behelsde dan het onderzoek van [de deskundige van Tree-O-Logic] (in februari 2015).
die er slecht aan toe is en [waar] wel nodig naar gekeken [moet] worden” (productie 10 van de Gemeente in eerste aanleg)
.Samen met een collega heeft [de werkleider Groen van de Gemeente] daarom nog diezelfde dag het onderzoek herhaald dat hij in april 2015 verrichtte. Op onderstaande foto – waarvan in hoger beroep niet langer is betwist dat zij op 29 mei 2015 is gemaakt – is te zien hoe de boom er op dat moment ongeveer moet hebben uitgezien (de meest rechtse hoofdtak is uiteindelijk afgebroken).
Kastanje is een boom die vroeg uitloopt (…), medio april, en met het uitlopen vrijwel direct de scheutlengte voor het betreffende groeiseizoen vormt. Het blad is met binnen enkele weken volgroeit. Op de datum van de foto, circa 6 weken na het uitlopen, is de bladgrootte en bladbezetting maximaal. De foto laat een overwegend klein blad zien, een hoog transparante kroon met in de bovenzijde van de kroon een lagere bladbezetting. Bij de afgebroken gesteltak warden de toppen bladloos (…).” Zijn conclusie luidt dat bij een nieuwe beoordeling de conditieklasse ‘matig’ (zoals in februari 2015 door [de deskundige van Tree-O-Logic] vastgesteld op basis van het winterbeeld) aan de positieve kant maar acceptabel is.
de kroon geel werd” en dat “
de conditie van de boom was verminderd ten opzichte van de bomen ernaast” (memorie van grieven, productie 1, bijlage 3). Die naastgelegen bomen – zo schrijft Cobra boomadviseurs in haar rapport van 13 augustus 2015 – vormden vanwege hun sterk verminderde conditie overigens zélf al een verhoogd risico voor de omgeving (reden waarom Cobra ten aanzien van deze bomen adviseerde om onmiddellijk maatregelen te nemen). Deze conclusie van Cobra wordt door de Gemeente niet of nauwelijks weersproken.
onveilig is onveilig”, zo heeft [de werkleider Groen van de Gemeente] deze beslissing tegenover [de coördinator van de fluisterboot] van de fluisterboot gemotiveerd; zie p. 23 van het proces-verbaal van de comparitie van partijen in eerste aanleg), heeft de Gemeente vervolgens nagelaten aanvullende (veiligheids)maatregelen te treffen. In de gegeven omstandigheden had dat echter wel van haar mogen worden verwacht, omdat de boom was gelegen op een erg drukke publieke locatie: de opstapplaats voor de fluisterboot. Onder de boom verzamelden zich in de zomermaanden dagelijks (en op verschillende tijdstippen) tientallen mensen die zich onvoldoende bewust zullen zijn geweest van de zwakke fysieke gesteldheid van de boom en daarom ook niet bedacht zullen zijn geweest op het gevaar dat schuilde in hun aanwezigheid onder die boom. De Gemeente heeft ook nagelaten voor dit gevaar te waarschuwen. Realiseert dat gevaar zich vervolgens (de boom valt om, of een deel ervan breekt af), dan zijn de gevolgen bovendien aanzienlijk (zoals in dit geval: letselschade). De Gemeente had daarom op/na 26 mei 2015 doortastender moeten optreden: in plaats van te volstaan met (wederom) een visuele inspectie, had zij diepgaander onderzoek moeten verrichten naar de concrete risico’s van de kenbare (verdere) algehele verzwakking van de boom en mede aan de hand daarvan passende (veiligheids)maatregelen moeten treffen. Zij had daarbij niet alleen kunnen kiezen voor noodkap, maar bijvoorbeeld ook voor een minder vergaande maatregel als het (tijdelijk) verplaatsen van de opstapplaats van de fluisterboot in combinatie met het afzetten van het gebied rondom de boom. De Gemeente heeft onvoldoende gemotiveerd uiteengezet waarom dat in de gegeven omstandigheden praktisch of financieel bezwaarlijk was.
NJ1982/614).