1.1In zijn tussenarrest van 20 december 2022 heeft het hof [naam1] benoemd tot deskundige. Het hof heeft hem de volgende vragen voorgelegd:
1. Kunt u – na de processtukken te hebben bestudeerd en partijen te hebben gesproken voor of tijdens een rondgang ter plaatse – aangeven of, mede gegeven de locatie van de betonnen ondergrond waarin de vangrailconstructie is verankerd en het niet parallel aan de rijbaan lopende rooster dat zich in de middenberm bevindt,
a. de ter plaatse van het ongeval gekozen vangrailconstructie gebruikelijk is en ook elders in Nederland in vergelijkbare situaties regelmatig wordt gebruikt?
b. een alternatieve plaatsing - verder weg van het wegvlak en de ononderbroken witte streep langs de weg - van de vangrailconstructie ter plaatse waar zich het ongeval heeft voorgedaan vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid mogelijk was geweest en ook voor de hand had gelegen? Zo ja, kunt u aangeven waarom dit in uw visie zo is en hoe die alternatieve plaatsing er dan uit zou hebben moeten zien?
c. een alternatief voor de vangrailconstructie ter plaatse waar zich het ongeval heeft voorgedaan vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid mogelijk was geweest en ook voor de hand had gelegen? Zo ja, kunt u aangeven waarom dit in uw visie zo is en hoe dat alternatief er dan uit zou hebben moeten zien?
d. de gekozen stijfheid van het metaal van de constructie aangewezen was of niet en waarom dit (niet) zo is?
2. Kunt u aangeven welke betekenis naar uw oordeel (in kwesties als de onderhavige) toekomt aan de CROW-richtlijnen (geldend ten tijde van het ongeval) bij de beantwoording van de vragen 1 a-d?
3. Zijn er nog andere zaken die u wilt opmerken die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van deze zaak?