ECLI:NL:HR:2012:BW1478
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Y. Buruma
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Herstelbeslissing in strafzaak met betrekking tot gevangenisstraf en procesvoering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder door het Hof veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Vier weken na deze veroordeling heeft het Hof een 'herstelbeslissing' genomen, waarin werd gesteld dat de verdachte in feite was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden voorwaardelijk met dezelfde proeftijd. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak relevante overwegingen herhaald uit een eerder arrest en verduidelijkt dat de feitenrechter de mogelijkheid heeft om kennelijke fouten in zijn uitspraak te corrigeren, mits dit evident is en niet in strijd met de rechtsgang. De Hoge Raad oordeelde dat er geen aanleiding is om procespartijen de gelegenheid te geven zich uit te laten over een voorgenomen verbetering, en dat een herstelbeslissing moet worden genomen door de rechter(s) die de zaak eerder hebben behandeld. De griffier moet zorgdragen voor de juiste administratieve afhandeling van deze herstelbeslissing. In dit geval heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak van het Hof ambtshalve vernietigd, omdat de herstelbeslissing ernstige twijfel heeft doen ontstaan over de opgelegde vrijheidsstraf. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de strafoplegging.