ECLI:NL:HR:2011:BU7430
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk wegens ontbreken doorbrekingsgronden in arbeidsrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij de verzoekster, [verzoekster], in cassatie ging tegen een beschikking van de kantonrechter te Alphen aan den Rijn. De kantonrechter had op 10 maart 2011 de arbeidsovereenkomst tussen verzoekster en Greencore Convenience Foods Alphen B.V. (thans Qizini Alphen B.V.) ontbonden zonder toekenning van een vergoeding, op grond van gewichtige redenen, te weten een verstoorde arbeidsrelatie conform artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek. Verzoekster voerde verweer en vroeg subsidiair om een vergoeding. De Hoge Raad oordeelde dat verzoekster niet-ontvankelijk was in haar cassatieberoep, omdat zij geen beroep had gedaan op de doorbrekingsgronden die vereist zijn om het rechtsmiddelenverbod van artikel 7:685 lid 11 BW te doorbreken. De Hoge Raad benadrukte dat een cassatieberoep in beginsel niet ontvankelijk is tegen een beschikking op basis van dit artikel, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden zoals het buiten toepassingsgebied treden van het artikel of het veronachtzamen van fundamentele rechtsbeginselen. Aangezien verzoekster zich op geen van deze gronden had beroepen, werd haar beroep afgewezen. De Hoge Raad veroordeelde verzoekster bovendien in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Greencore op nihil werden begroot. Deze uitspraak is van belang voor de interpretatie van het rechtsmiddelenverbod in arbeidsrechtelijke zaken en de voorwaarden waaronder cassatie mogelijk is.