ECLI:NL:HR:2011:BT7203
Hoge Raad
- Cassatie
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de mogelijkheid van herstel bij een onmogelijke verschijndag
In deze zaak hebben de eisers, bestaande uit drie partijen, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De eisers hebben de Gemeente 's-Hertogenbosch gedagvaard om te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad. De oorspronkelijke verschijndag was vastgesteld op 19 augustus 2011, maar op die dag vond er geen zitting plaats. Vervolgens hebben de eisers op 17 augustus 2011 een herstelexploot uitgebracht, waarin zij de Gemeente opnieuw hebben opgeroepen om te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad op 2 september 2011. De Gemeente is echter niet verschenen op deze zitting, waarop de eisers verzochten om verstekverlening.
De Advocaat-Generaal heeft schriftelijk geconcludeerd tot verlening van het gevraagde verstek. De Hoge Raad heeft vervolgens beoordeeld of het herstelexploot geldig was. Volgens artikel 125 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is het mogelijk om binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een herstelexploot uit te brengen. Dit kan zowel in het geval dat de dagvaarding niet tijdig is ingediend als in het geval dat de dag waarop gedagvaard is geen zittingsdag is. De Hoge Raad concludeert dat in dit geval het herstelexploot van 17 augustus 2011 geldig is, omdat het vóór de oorspronkelijk aangezegde, onmogelijke verschijndag is uitgebracht.
De Hoge Raad heeft daarom het verzoek om verstekverlening toegewezen en het gevraagde verstek verleend tegen de Gemeente. Dit arrest is uitgesproken op 11 november 2011 door de raadsheren J.C. van Oven, W.D.H. Asser en C.E. Drion.