ECLI:NL:HR:2011:BQ7973
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest wegens onjuiste toepassing van bewijsvoering in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder door de Politierechter veroordeeld voor diefstal van benzine, maar had in eerste aanleg vrijspraak bepleit. De Politierechter volstond echter met een opgave van bewijsmiddelen zonder de inhoud daarvan te vermelden, wat in strijd is met artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof het vonnis van de Politierechter niet had mogen bevestigen zonder de gronden aan te vullen met een weergave van de inhoud van de bewijsmiddelen. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het arrest van het Hof vernietigd, waarbij de zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak om bij vrijspraak te voldoen aan de eisen van artikel 359, derde lid, Sv.