ECLI:NL:HR:2010:BM9528
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over wijziging van eis na verwijzing in Antillenzaak tussen zusters
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen na een cassatie en verwijzing, gaat het om een geschil tussen twee zusters, [eiseres] en [verweerster], over een huur- en gebruiksovereenkomst met betrekking tot een appartement op Curaçao. De ouders van partijen huurden een perceel grond dat eigendom was van de erven [van betrokkene 1], waarop woningen waren gebouwd, waaronder het appartement met huisnummer [001], dat door [eiseres] werd bewoond. Op 25 februari 2002 verkochten de ouders hun rechten met betrekking tot het appartement aan [verweerster]. Hierna ontstond er een conflict over de huur en het gebruik van het appartement, wat leidde tot een rechtszaak.
In eerste aanleg werd geoordeeld dat [eiseres] geen huur verschuldigd was aan [verweerster], maar het hof bevestigde dit vonnis niet volledig. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van het hof en verwees de zaak voor verdere behandeling. Na de verwijzing wijzigde [eiseres] haar eis, maar het hof oordeelde dat een wijziging van eis na cassatie en verwijzing niet mogelijk was. Dit oordeel werd door de Hoge Raad bevestigd, waarbij werd gesteld dat de rechter naar wie de zaak is verwezen, de zaak moet behandelen in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de vernietigde uitspraak.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van [eiseres] en oordeelt dat de kosten van het geding in cassatie voor rekening van [eiseres] komen, die tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] zijn begroot op nihil. Dit arrest benadrukt de strikte regels omtrent wijziging van eis na cassatie en verwijzing, en bevestigt de geldigheid van eerdere overeenkomsten tussen de partijen.