ECLI:NL:GHAMS:2015:2838
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verwijzing na cassatie en wijziging van eis in civiele procedure met betrekking tot aandelenoverdracht en fusie
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep na verwijzing door de Hoge Raad. De zaak draait om een overeenkomst van 30 juni 2002 tussen 4-Ward Holding B.V. en Synobsis Holding B.V. met betrekking tot de overdracht van aandelen en een fusie. De Hoge Raad had eerder de eerdere uitspraken van het hof Den Haag vernietigd en de zaak terugverwezen voor verdere behandeling. 4-Ward had in eerste instantie een vordering ingesteld tot effectuering van de fusie, maar had deze later laten varen. De Hoge Raad oordeelde dat de vordering tot levering van de aandelen niet losgekoppeld kon worden van de fusie. Na de verwijzing heeft 4-Ward geprobeerd haar eis te wijzigen, maar het hof oordeelde dat dit niet mogelijk was. De faillissementen van Synobsis Holding en Synobsis Nederland werden niet als rechtvaardiging voor de wijziging van eis geaccepteerd. Het hof concludeerde dat de primaire vordering tot nakoming van de overeenkomst moest worden afgewezen, en dat de overeenkomst van 30 juni 2002 in stand bleef. Daarnaast werd het incidenteel hoger beroep van Synobsis behandeld, waarin zij ontbinding van de overeenkomst op grond van dwaling vorderde. Het hof oordeelde dat Synobsis niet voldoende had aangetoond dat 4-Ward een verkeerde voorstelling van zaken had gegeven. Uiteindelijk werden zowel de vorderingen van 4-Ward als die van Synobsis afgewezen, en werden de proceskosten gecompenseerd.