Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.ZIGGO B.V.,
2.XS4ALL INTERNET B.V.,
1.Het geding sedert de aanvang van het hoger beroep
- door Brein: memorie na verwijzing, tevens akte houdende aanpassing petitum, met producties;
- door Ziggo: memorie van antwoord na verwijzing, met producties;
- door XS4all: memorie van antwoord na verwijzing, met producties;
- door Brein: aanvullende memorie na verwijzing, met producties;
- door Ziggo: nadere memorie van antwoord na verwijzing, met producties;
- door XS4all: nadere memorie van antwoord na verwijzing, met producties;
- door alle partijen: (aanvullende) producties ten behoeve van de pleitzitting op 16 december 2019.
2.Feiten
peers’) bestanden kunnen uitwisselen (‘
filesharing’).
filesharen’ moeten de gebruikers eerst specifieke software (een BitTorrentclient) downloaden. Deze software wordt niet door TPB aangeboden.
e-books). Bij deze meta-informatie gaat het met name om informatie over hoe de mediabestanden zijn opgedeeld en waar deze kunnen worden gevonden. Verder wordt in de
torrentsverwezen naar de zogenoemde
tracker, een server die bijhoudt welke gebruikers beschikbaar zijn voor een bepaalde
torrenten derhalve het achterliggende mediabestand. Naast dit centrale
tracker-systeem met behulp van een server is er ook een decentraal systeem, de Distributed Hash Table (DHT), waarbij iedere deelnemende ‘
peer’ zelf als
trackerfungeert.
initial seeders’, die een op hun computer staand mediabestand (bijvoorbeeld een muzieknummer of een film) aan hun gebruikers ter beschikking willen stellen, maken met behulp van hun BitTorrent-client een
torrentaan.
torrentsvooral
magnet linksgebruikt.
Magnet linkszijn links die niet verwijzen naar een bepaald mediabestand, maar die – aan de hand van een
hash(vingerafdruk) – de inhoud van een
torrentidentificeren. Hierna worden zowel de
torrentsals de
magnet linkskortheidshalve aangeduid als
torrents.
initial seeders’ aangemaakte
torrentsworden door hen geüpload naar een site als TPB, die deze vervolgens indexeert.
torrentskunnen als gevolg van de door TPB aangebrachte indexering worden gevonden door de gebruikers. Aldus kunnen de gebruikers op TPB zoeken naar de door hen gewenste mediabestanden. Zij kunnen deze bestanden vervolgens met behulp van de BitTorrent-client in verschillende stukjes downloaden. Het is de BitTorrent-client die het downloaden start. Daarbij speelt TPB geen rol.
torrentsverwijst naar auteursrechtelijk en/of nabuurrechtelijk beschermd materiaal. Door de rechthebbenden is (doorgaans) aan de beheerders en gebruikers van TPB geen toestemming verleend om de voorbehouden handelingen te verrichten.
3.Verdere beoordeling van het hoger beroep
Is sprake van een mededeling aan het publiek in de zin van art. 3 lid 1 Auteurs-rechtrichtlijn door de beheerder van een website, indien op die website geen beschermde werken aanwezig zijn, maar een systeem bestaat (als beschreven hiervoor in 3.1 en 5.5) waarbij voor gebruikers meta-informatie over beschermde werken die op de computers van gebruikers staat, wordt geïndexeerd en gecategoriseerd, zodanig dat de gebruikers de beschermde werken aan de hand daarvan kunnen traceren en kunnen up- en downloaden?’
Het begrip „mededeling aan het publiek”, in de zin van artikel 3, lid 1, van [de Auteursrechtrichtlijn], moet aldus worden uitgelegd dat, in omstandigheden als die van het hoofdgeding, het beschikbaar stellen en het beheer, op internet, van een platform voor de uitwisseling van bestanden dat, door de indexering van meta-informatie inzake beschermde werken en de verstrekking van een zoekmotor, de gebruikers van dit platform in staat stelt deze werken te vinden en deze in het kader van een peer-to-peernetwerk te delen, hieronder valt.”
art work’, de beheerders van TPB. De Hoge Raad oordeelde (tussenarrest Hoge Raad, rov. 5.3.2) dat Brein wel degelijk belang heeft bij haar desbetreffende klacht, omdat het antwoord op de vraag of (naast de abonnees van Ziggo c.s. die van TPB gebruik maken, ook) de beheerders van TPB inbreuk maken op de auteursrechten, gewicht in de schaal legt bij de afweging die moet worden gemaakt in het kader van artikel 26d Auteurswet (Aw), waarmee de Hoge Raad ook verwees naar het gelijkluidende artikel 15e Wet op de naburige rechten (Wnr). Het hof zal hierna de uit genoemde wetten voortvloeiende rechten kortheidshalve gezamenlijk aanduiden als het auteursrecht, de door die rechten beschermde prestaties gezamenlijk als ‘beschermde werken’ en de zojuist genoemde wetsbepalingen gezamenlijk als art. 26d Aw.
UPC Telekabel Wien; hierna: arrest UPC Telekabel Wien).
24 Om te beginnen zij opgemerkt dat in het hoofdgeding vaststaat dat de beschermde werken zonder toestemming van de houders van de in genoemd artikel 3, lid 2[hof: van de Auteursrechtrichtlijn]
, vermelde rechten beschikbaar zijn gesteld voor de gebruikers van een website.
a) Ziggo en XS4ALL te bevelen hun sub VI van de inleidende dagvaarding bedoelde diensten die worden gebruikt om inbreuk te maken op de auteurs- en naburige rechten van de rechthebbenden wier belangen Brein behartigt, te staken en gestaakt te houden, door middel van het blokkeren en geblokkeerd houden van de toegang van hun klanten tot de domeinnamen/(sub)domeinen en IP-adressen via welke The Pirate Bay opereert, te weten:
te bevelen om binnen vijf werkdagen na betekening van het in deze zaak te wijzen eindarrest, hun diensten, die worden gebruikt om inbreuk te maken op de auteurs- en naburige rechten van de rechthebbenden wier belangen BREIN behartigt, te staken en gestaakt te houden, door middel van het blokkeren en geblokkeerd houden van de toegang van hun klanten tot de domeinnamen/(sub)domeinen en IP-adressen via welke The Pirate Bay opereert, te weten:
.
- i) In de nieuwe vordering sub a. wordt aan de veroordeling een termijn verbonden van vijf werkdagen na betekening. De oude vordering kende in dit opzicht geen termijn, maar de rechtbank heeft aan deze veroordeling een termijn verbonden van tien werkdagen na betekening. Ziggo acht de na verwijzing gevorderde termijn zonder meer te kort en disproportioneel. Het hof zal aan deze veroordeling, indien het die toewijst, net als de rechtbank een in dit geval passende termijn verbinden van tien werkdagen na betekening (zie hierna onder 3.21), zodat de vraag of het hier al of niet een (toelaatbare) eisvermeerdering betreft niet hoeft te worden beantwoord.
- ii) In de nieuwe vordering wordt sub c. niet alleen gevorderd (zoals in de oude vordering sub b.) dat Ziggo c.s. IP-adressen en domeinnamen blokkeren via welke TPB opereert, maar ook (sub)domeinnamen via welke “(de dienst van) The Pirate Bay bereikbaar wordt”. Deze laatste woorden zien, begrijpt het hof gelet op de toelichting door Brein, onder meer op zogeheten
- iii) Hiermee hangt samen de wijziging die erin bestaat dat in de nieuwe vordering sub a., gelet op de verwijzing naar de door Brein overgelegde lijst van 154 (sub)domeinnamen, nu blokkering van in totaal 156 (sub)domeinnamen wordt gevorderd; het hof zal overigens hierna domeinnamen en sub-domeinnamen gezamenlijk aanduiden als ‘domeinnamen’. Brein heeft gesteld dat deze lijst correspondeert met de lijst van domeinnamen die Ziggo c.s. op dit moment al blokkeren als gevolg van het Kortgedingvonnis 2017. Dat doet echter niet ter zake. Niet alleen ging het daar om een zelfstandige vordering (in eerste aanleg in kort geding) die los staat van de onderhavige zaak, maar bovendien zag de vordering in die procedure ook op domeinnamen via welke “(de dienst van) The Pirate Bay bereikbaar wordt”. Dat onderdeel van die vordering is vervolgens door de voorzieningenrechter toegewezen. Nu de eisvermeerdering die zou leiden tot een dergelijke uitbreiding van de vordering van Brein voor de onderhavige procedure niet is aanvaard (zie hiervoor sub (ii)), kan een veroordeling tot blokkeren van op de lijst genoemde domeinnamen slechts gegeven worden voor domeinnamen via welke TPB opereert.
- iv) Voor zover binnen de dan resterende lijst domeinnamen voorkomen die niet voorkwamen in de oude vordering, acht het hof de wijziging van eis wel toelaatbaar, met name nu ook reeds de oude vordering uitging van een ‘dynamische’ lijst van te blokkeren adressen in die zin, dat Brein bij veranderde omstandigheden telkens aan Ziggo c.s. adressen kan doorgeven die door hen aan de lijst van te blokkeren adressen moeten worden toegevoegd, dan wel daarvan afgevoerd indien TPB niet meer opereert via het betreffende adres. In zoverre vormt de wijziging een aanpassing van de vordering aan de actuele omstandigheden ten tijde van de door dit hof te geven uitspraak van zodanige aard dat deze na cassatie en verwijzing kan worden aanvaard.
- v) In de nieuwe vordering wordt aan de veroordeling sub c. een termijn verbonden van drie werkdagen na aanlevering door Brein van een aanvullend IP-adres of domeinnaam. De oude vordering kende in dit opzicht een termijn van tien werkdagen. Het hof acht dit een eisvermeerdering die, gelet op het genoemde uitgangspunt, niet kan worden aanvaard nu niet is gesteld of gebleken dat er gronden zijn om daarop in dit geval een uitzondering te maken.
- vi) In de nieuwe vordering sub d. wordt een dwangsom gevorderd van onder andere € 25.000 per overtreding en met een maximum van € 1.000.000. De oude vordering kende in dit opzicht bedragen van respectievelijk € 10.000 en € 500.000. Het hof acht dit een eisvermeerdering die, gelet op het genoemde uitgangspunt, niet kan worden aanvaard nu niet is gesteld of gebleken dat er gronden zijn om daarop in dit geval een uitzondering te maken.
zuverlässig davon abgehalten werden’), de Franse versie (‘
décourager sérieusement’) en Engelse (‘
seriously discouraging’) versies van het arrest, dat het er niet zozeer om gaat dat de rechter beoordeelt of van de blokkade een bepaalde raad of boodschap uitgaat, maar veeleer dat hij het effect beoordeelt dat die blokkade heeft op het gedrag van de abonnees. Het hof omschrijft dit aspect daarom als de eis, dat de blokkade de abonnees serieus moet ontmoedigen om zich toegang te verschaffen tot de beschermde werken.
Het hof gaat er met Brein vanuit dat in Nederland het bezoek aan TPB in aanzienlijke mate is afgenomen na blokkade A/A1, zeker nadat blokkade B erbij is gekomen, ook al is die site via proxy’s (voor zover nog niet ‘neergehaald’ door Brein), mirror-sites en VPN-verbindingen nog steeds bereikbaar voor de Nederlandse internetgebruiker. De juistheid van dit uitgangspunt is bevestigd door Ton Huibregts van XS4All, die in een weblog van 4 juli 2012 schreef:
* het gebruiken van een andere torrentsite/’indexer’ dan TPB (het (…) genoemde toevlucht zoeken in alternatieven);
indexers’ dan TPB aanduiden als: alternatieve
torrentsites,en het bovenbedoelde toegang verkrijgen tot TPB via een IP-adres/domeinnaam respectievelijk
proxy- of
mirrorsitevan een andere partij, als omzeilen.
proxy- of
mirrorsite. Het staat tussen partijen vast dat Brein actief en succesvol is (geweest) met het aanpakken van de houders van dergelijke
mirror-of
proxy-sites.
proxy-of
mirrorsites, zo nodig ook op grond van een rechterlijk bevel (zoals Kortgedingvonnis 2017). Dat in de onderhavige procedure tegen Ziggo c.s. niet (tijdig) een vordering tot het blokkeren van zulke IP-adressen/domeinnamen is ingesteld, doet er niet aan af dat Brein buiten dit geding, op grond van het prejudiciële arrest, zulke bevelen heeft verkregen en naar verwachting in de toekomst, zo nodig, ook tegen Ziggo c.s. zal kunnen verkrijgen.
mirroren
proxy sitesc.q. IP-adressen/domeinnamen die omzeiling mogelijk maken, weegt in belangrijke mate mee bij het oordeel dat de gevorderde blokkade voldoende doeltreffend is.
torrentsitete bezoeken, waarbij niet betwist is – althans volgens het hof niet serieus valt te betwisten – dat het feit dat de blokkade die abonnees doet belanden bij een alternatieve site in zoverre het bezoek aan TPB doet afnemen. Zij zien immers hun vraag beantwoord door het aanbod van die alternatieve site en hebben daarvoor TPB niet meer nodig.
torrentsitesin grote mate afbreuk doet aan de effectiviteit van het gevorderde bevel omdat verminderd bezoek aan TPB nog niet betekent, zo begrijpt het hof, dat ook sprake is van een verminderd aantal inbreuken, volgt het hof hen daarin niet.
torrentsitesop niet toegelaten wijze beschermde werken ter beschikking stellen van het publiek, doet er niet aan af dat Brein thans een bevel vordert dat gericht is tegen de inbreukmakende activiteiten van TPB, die volgens de stellingen van alle partijen (overigens ook na cassatie en verwijzing) nog steeds op aanzienlijke schaal voortgaat met die beschikbaarstelling, en welk bevel om de hiervoor onder 3.8.6 en 3.8.7 genoemde redenen als doeltreffend moet worden beschouwd wat betreft het tegengaan van het gebruik van de
torrentsiteTPB.
- overwoog dat het oordeel van het HvJEU over de vraag of (de beheerders van) TPB zelf inbreuk maken op auteursrecht, gewicht in de schaal legt bij de onderhavige afweging (tussenarrest rov. 5.3.2), waaruit het hof afleidt dat – nu het HvJEU die vraag bevestigend heeft beantwoord – reeds een verhinderen of bemoeilijken van toegang tot respectievelijk het ontmoedigen van gebruik van TPB - gelet op de doelstelling van de Auteursrechtrichtlijn om de rechthebbenden een hoog beschermingsniveau te waarborgen - een grote betekenis toekomt nu daarmee wordt voorkomen dat TPB op grote schaal inbreuken op auteursrechten pleegt;
- het rechtens te respecteren belang van Brein heeft benadrukt om te beginnen met het (doen) blokkeren van één
dat, naar door Brein bij MvA (…) is gesteld en door Ziggo c.s. (daarna) niet (meer) gemotiveerd is betwist, de gevorderde blokkade Ziggo c.s. vrijwel niets kost, zeer eenvoudig is en voor hen geen rompslomp oplevert (…)”
inclusiefhet daaraan verbonden dynamisch aspect heeft getoetst op een rechtvaardig evenwicht tussen de betrokken grondrechten en deze daarmee verenigbaar heeft geacht, stuiten de bezwaren van XS4all af op die beoordeling. Met deze grief wordt bovendien miskend dat het dynamisch aspect van de gevorderde blokkade in belangrijke mate bijdraagt aan de effectiviteit ervan (zie hiervoor onder 3.8.7), waarvan het belang door Ziggo c.s. zelf terecht en met nadruk naar voren is gebracht.
McFadden-Sony). In dat arrest (pt. 76-78) herinnert het HvJEU eraan dat artikel 12 lid 3 van de Richtlijn Economische Handel de mogelijkheid biedt dat een rechthebbende voor de nationale rechter vordert dat een internetprovider wordt bevolen een door een derde gepleegde inbreuk te beëindigen of voorkomen. Het HvJEU oordeelt dat de bepaling van artikel 12 lid 1 van die richtlijn [inhoudende, kort gezegd, dat de internetprovider in beginsel niet aansprakelijk is voor wat hij doorgeeft; hof] er niet aan in de weg staat dat, wanneer de door de provider geboden internettoegang voor een dergelijke inbreuk gebruikt wordt, de rechthebbende vordert dat de rechter de internetprovider beveelt het mogelijk maken van die inbreuk te staken, en evenmin uitsluit dat de rechthebbende terugbetaling vordert van de daarvoor gemaakte gerechtskosten.