ECLI:NL:HR:2010:BL9596
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten in het verbintenissenrecht
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van [eiser] c.s. en Sijm Agro in het kader van verbintenissenrecht, specifiek met betrekking tot artikel 6:171 BW. De Hoge Raad behandelt de vraag of de werkzaamheden die door een niet-ondergeschikte zijn verricht, ter uitoefening van het bedrijf van de opdrachtgever zijn uitgevoerd. De feiten van de zaak zijn als volgt: [eiseres 1] heeft een opdracht gegeven aan de vennootschap onder firma [A] om een perceel grond te bespuiten met het bestrijdingsmiddel Round-Up. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd door een werknemer van [A]. Sijm Agro, die naast het perceel van [eiseres 1] penen teelde, heeft schade geleden door gebreken in de geleverde oogst, die volgens deskundigen het gevolg waren van de bespuitingswerkzaamheden. Sijm Agro heeft zowel [A] als [eiser] c.s. aansprakelijk gesteld voor de schade. De rechtbank oordeelde dat [eiser] c.s. en [A] hoofdelijk aansprakelijk waren en veroordeelde hen tot schadevergoeding. In hoger beroep heeft het hof het vonnis gedeeltelijk vernietigd, maar de aansprakelijkheid bevestigd. De Hoge Raad oordeelt dat de aansprakelijkheid van [eiser] c.s. op grond van artikel 6:171 BW terecht is vastgesteld, ook al was de schade duidelijk te wijten aan een fout van een niet-ondergeschikte. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De beslissing over de proceskosten wordt gereserveerd tot de einduitspraak.