ECLI:NL:HR:2009:BK0895
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Herziening van uitspraken inzake naheffingsaanslagen en getuigenverklaringen
In deze zaak heeft belanghebbende op 4 juni 2003 een verzoek tot herziening ingediend bij het Hof, met betrekking tot eerdere uitspraken van 13 maart 1998 over naheffingsaanslagen. Het Hof verklaarde dit verzoek op 9 december 2003 niet-ontvankelijk. De Hoge Raad vernietigde deze uitspraak op 28 april 2006 en verwees de zaak terug naar het Hof voor verdere behandeling. Het Hof heeft het verzoek tot herziening opnieuw afgewezen, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd met een verweerschrift, en belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend, gevolgd door een conclusie van dupliek van de Staatssecretaris.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een hernieuwde beoordeling van het verzoek tot herziening. De Hoge Raad oordeelt dat de getuigenverklaringen, afgelegd na de eerdere uitspraken, relevant kunnen zijn voor de herziening, mits zij betrekking hebben op feiten die zich vóór die uitspraken hebben voorgedaan. De Hoge Raad heeft ook bepaald dat de Staat het griffierecht van € 106 aan belanghebbende moet vergoeden en dat de Staatssecretaris van Financiën de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 1288, moet vergoeden.
Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2009.