Uitspraak
1 juli 2014, 13/6027 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
WAZ-uitkering over 2011 niet wordt uitbetaald. Bij afzonderlijk besluit van eveneens
nr. DGB2010/1981M, BNB 2010/33 kan hem niet baten. Nog daargelaten het feit dat appellant de juridische eigendom van het melkquotum behoudt, is de goedkeuring van de minister van Financiën gegeven voor de toepassing van de artikelen 3.59, 3.62 en 3.63 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) en ziet derhalve niet op de onderhavige situatie. Gelet op het goedkeurende karakter van het besluit dient het beperkt te worden uitgelegd en kan niet mede op de situatie van appellant van toepassing worden geacht.
13 oktober 2010 heeft appellant aangevoerd dat overdracht van eigendom enkel in economische zin in firmaverhoudingen vaak voorkomt en dat de verwijzing in artikel 2, tweede lid, van het Inkomensbesluit WAZ naar enkel artikel 3.78, derde lid, onderdeel b van de Wet IB 2001 willekeurig is. Voorts heeft de rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat onderdeel 6 van het Besluit van 13 oktober 2010 een goedkeurend karakter heeft. Appellant heeft ter onderbouwing van zijn standpunt een brief van de inspecteur van 17 oktober 2014 en van de Staatssecretaris van Financiën van 16 oktober 2014 overgelegd.
17 oktober 2014 en van de Staatssecretaris van Financiën van 16 oktober 2014 heeft de Raad geen aanknopingspunten gevonden om tot een ander oordeel te komen.
BESLISSING
P. Vrolijk als leden, in tegenwoordigheid van I.G.A.H. Toma als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 augustus 2016.