Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
de voorzitter van het managementteam van het onderdeel Limburg van de rijksbelastingdienst(hierna: de Inspecteur),
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak verzoekt de belanghebbende om herziening van een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, gedateerd 14 augustus 2009, waarin navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en vergrijpboeten voor de jaren 1999 tot en met 2002 zijn opgelegd. De belanghebbende beroept zich op een arrest van de strafkamer van het Hof, gedateerd 7 juni 2013, waarin de ontneming van voordelen uit hennepteelt werd afgewezen. Het Hof oordeelt dat het herzieningsverzoek niet ontvankelijk is, omdat de feiten en omstandigheden waarop het verzoek is gebaseerd, niet als novum kunnen worden aangemerkt. De omstandigheid dat de strafrechter een andere bewijsrechtelijke weging geeft dan de belastingrechter, kan niet als novum worden beschouwd. Het Hof wijst het verzoek om herziening af, omdat de onderliggende feiten reeds bekend waren voor de uitspraak van 14 augustus 2009. Het Hof concludeert dat er geen nieuwe feiten zijn die een andere uitspraak zouden rechtvaardigen. De kosten van het geding worden niet vergoed, en er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.