ECLI:NL:HR:2009:BJ7322
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Bevel tot inzage in boeken en bescheiden van KPNQwest N.V. in het kader van een onderzoek naar beleid en gang van zaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een bevel tot inzage in boeken en bescheiden van KPNQwest N.V. Dit bevel was gegeven in het kader van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschap. De verzoekers, waaronder Qwest B.V. en Koninklijke KPN N.V., hadden de ondernemingskamer verzocht om hen onbelemmerde en onvoorwaardelijke inzage te geven in de relevante documenten. De ondernemingskamer had op 27 februari 2009 het verzoek toegewezen, maar de verzoekers stelden dat de procedure niet correct was verlopen, omdat er geen advocaat bij betrokken was en er geen oproeping van belanghebbenden had plaatsgevonden.
De Hoge Raad oordeelde dat de bepalingen van de verzoekschriftprocedure van toepassing zijn op het verzoek ex artikel 2:352 lid 1 BW, maar dat de aard van het verzoek niet noodzakelijkerwijs een formele procedure vereiste. De voorzitter van de ondernemingskamer had de curatoren in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven, wat in overeenstemming was met de procedurele vereisten. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verzoekers, waarbij werd vastgesteld dat het bevel zich richtte tot KPNQwest en haar curatoren, en dat er geen relevante belangen van derden in het geding waren.
De uitspraak benadrukt het belang van de informele procedure in dit soort zaken, waarbij de onderzoekers snel en eenvoudig toegang moeten kunnen krijgen tot de benodigde informatie om hun onderzoek naar de vennootschap uit te voeren. De beslissing van de Hoge Raad bevestigt de bevoegdheid van de ondernemingskamer om dergelijke bevelen te geven en de noodzaak van medewerking van de betrokken rechtspersoon.