ECLI:NL:HR:2009:BJ7318
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Ontslag van curator in faillissement zonder hooring rechter-commissaris
In deze zaak gaat het om een verzoek tot ontslag van de curator in het faillissement van [betrokkene 1]. De rechtbank 's-Gravenhage had op 14 september 2006 surseance van betaling verleend aan [betrokkene 1], met benoeming van mr. E. Rabbie als rechter-commissaris en mr. F.J.H. Somers als bewindvoerder. Op 3 januari 2008 werd de surseance van betaling ingetrokken en werd [betrokkene 1] in staat van faillissement verklaard, waarbij mr. F.J.H. Somers als curator werd aangesteld. Op 7 april 2008 diende [betrokkene 1], als gemachtigde van twaalf schuldeisers, een verzoekschrift in bij de rechtbank om de curator te ontslaan. De rechtbank heeft dit verzoek op 29 mei 2008 afgewezen, waarop [verzoeker] c.s. cassatie hebben ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank niet had mogen beslissen op het verzoek tot ontslag van de curator zonder de rechter-commissaris te horen, zoals vereist door artikel 66 van de Faillissementswet. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en verwijst de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling en beslissing. De Hoge Raad concludeert dat de rechtbank de belangen van de concurrente schuldeisers niet in acht heeft genomen en dat het ontslagverzoek niet-ontvankelijk was verklaard zonder de juiste procedure te volgen. Dit leidt tot de conclusie dat de beschikking van de rechtbank niet in stand kan blijven.