ECLI:NL:PHR:2018:430
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontslag van de curator in faillissement en schending van hoorplicht
In deze zaak gaat het om het verzoek van [verzoeker] tot ontslag van de curator in zijn faillissement, zoals bedoeld in artikel 73 van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank Overijssel heeft op 8 november 2017 het verzoek van [verzoeker] afgewezen, zonder de benoemde rechter-commissaris te horen, wat volgens [verzoeker] in strijd is met artikel 65 Fw. Dit artikel vereist dat de rechter-commissaris wordt gehoord voordat de rechtbank een beslissing neemt over het beheer of de vereffening van de failliete boedel.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [verzoeker] werd op 18 december 2012 door de rechtbank Zwolle-Lelystad in staat van faillissement verklaard. De curator, die in deze zaak betrokken is, is de huidige curator in dat faillissement. Op 26 oktober 2017 heeft [verzoeker] een verzoek tot ontslag van de curator ingediend bij de rechtbank Overijssel, welke behandeling plaatsvond op 3 november 2017. De rechtbank heeft het verzoek echter afgewezen zonder de rechter-commissaris te horen.
In cassatie heeft [verzoeker] de klacht ingediend dat de rechtbank artikel 65 Fw heeft geschonden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klacht gegrond is, aangezien de rechtbank de rechter-commissaris niet heeft gehoord, wat noodzakelijk is voor een beslissing over het ontslagverzoek. De bestreden beschikking kan daarom niet in stand blijven. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van de beschikking en terugwijzing van de zaak.