ECLI:NL:PHR:2009:BJ7318
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Ontslag van de curator in faillissement en de rol van de rechter-commissaris
In deze zaak gaat het om een verzoek tot ontslag van de curator in een faillissement, ingediend door [betrokkene 1] namens een aantal schuldeisers. De rechtbank had eerder surséance van betaling verleend aan [betrokkene 1], maar trok deze in en verklaarde hem failliet. De curator, Mr. F.J.H. Somers, werd benoemd. Het verzoek tot ontslag van de curator werd door de rechtbank afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat de verzoekers tot cassatie geen voldoende belang hadden bij het verzoek. Dit leidde tot cassatie, waarbij verschillende middelen werden ingediend. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank de rechter-commissaris niet had gehoord, wat in strijd is met artikel 65 van de Faillissementswet. Dit artikel vereist dat de rechter-commissaris wordt gehoord voordat er een beslissing wordt genomen over het beheer of de vereffening van de failliete boedel. De Hoge Raad concludeerde dat de beschikking van de rechtbank niet in stand kon blijven vanwege deze schending van de procedurele regels. De zaak werd terugverwezen naar de rechtbank voor een nieuwe beoordeling, waarbij de rechter-commissaris wel gehoord moet worden. De uitspraak benadrukt het belang van de rol van de rechter-commissaris in faillissementsprocedures en de noodzaak om de rechten van schuldeisers te waarborgen.