ECLI:NL:HR:2018:686

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 mei 2018
Publicatiedatum
3 mei 2018
Zaaknummer
18/00523
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging beschikking rechtbank Overijssel inzake ontslag curator in faillissement

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 mei 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [verzoeker] tegen de beschikking van de rechtbank Overijssel van 8 november 2017. De rechtbank had het verzoek van [verzoeker] tot ontslag van de curator, mr. D. Warnink, afgewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 december 2012, waarin [verzoeker] in staat van faillissement was verklaard. De curator, mr. Warnink, was sindsdien verantwoordelijk voor het beheer van de failliete boedel.

Het cassatierekest, dat aan de beschikking van de Hoge Raad was gehecht, stelde dat de rechtbank art. 65 van de Faillissementswet (Fw) had geschonden door de rechter-commissaris niet te horen voordat zij een beslissing nam over het ontslag van de curator. De Hoge Raad oordeelde dat de klacht gegrond was, aangezien de rechtbank verplicht was om de rechter-commissaris te horen voordat zij een beslissing nam over het beheer of de vereffening van de failliete boedel. Aangezien er geen bewijs was dat de rechter-commissaris was gehoord, kon de beschikking van de rechtbank niet in stand blijven.

De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank Overijssel vernietigd en het geding terugverwezen naar die rechtbank voor verdere behandeling en beslissing. Deze uitspraak benadrukt het belang van het horen van de rechter-commissaris in faillissementsprocedures, wat essentieel is voor een zorgvuldige en rechtmatige besluitvorming.

Uitspraak

4 mei 2018
Eerste Kamer
18/00523
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. R.W. Keus,
t e g e n
Mr. D. WARNINK, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [verzoeker],
kantoorhoudende te Kampen,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de curator.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/07/12/715 van de rechtbank Overijssel van 8 november 2017.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot vernietiging en terugwijzing.

3.Beoordeling van het middel

3.1
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Bij vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 december 2012 is [verzoeker] in staat van faillissement verklaard.
(ii) Mr. Warnink is de huidige curator in dat faillissement.
3.2.1
Bij e-mail van 26 oktober 2017 heeft [verzoeker] een verzoek ingediend bij de rechtbank Overijssel tot ontslag van mr. Warnink als curator.
3.2.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 november 2017.
3.2.3
De rechtbank heeft het verzoek afgewezen.
3.3
Het middel klaagt dat de rechtbank art. 65 Fw heeft geschonden door op het ontslagverzoek te beslissen zonder de in het faillissement van [verzoeker] benoemde rechter-commissaris te hebben gehoord.
3.4
De klacht is gegrond. Ingevolge art. 65 Fw is de rechtbank verplicht de rechter-commissaris te horen alvorens in enige zaak, het beheer of de vereffening van de failliete boedel betreffende, een beslissing te geven. Hieruit volgt dat de rechtbank de rechter-commissaris diende te horen alvorens op de voet van art. 73 Fw over ontslag van de curator te beslissen. Nu uit de stukken van het geding niet valt op te maken dat de rechtbank de rechter-commissaris heeft gehoord, kan de bestreden beschikking niet in stand blijven. (HR 16 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7318, NJ 2009/517)

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Overijssel van 8 november 2017;
wijst het geding terug naar die rechtbank ter verdere behandeling en beslissing.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
4 mei 2018.