ECLI:NL:HR:2009:BI8771
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van eisvermeerdering in hoger beroep na deskundigenbericht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een eerdere uitspraak van het gerechtshof. De zaak betreft een geschil tussen de curator van [A] B.V. en de erfgenamen van [betrokkene 1] over de toelaatbaarheid van een eisvermeerdering in hoger beroep. De curator had in eerste aanleg verloren en ging in hoger beroep, waarbij het hof deskundigen benoemde om de herstelkosten te begroten. Na ontvangst van het deskundigenbericht heeft de verweerster haar eis in conventie vermeerderd. De curator heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze vermeerdering. Het hof heeft vervolgens het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vermeerderde eis toegewezen. De Hoge Raad heeft in cassatie de vraag behandeld of de eisvermeerdering toelaatbaar was, ondanks het ontbreken van een incidenteel hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de eisvermeerdering niet in strijd was met de eisen van een goede procesorde, omdat de curator geen bezwaar had gemaakt en de vermeerdering voortvloeide uit de deskundigenrapportage. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep en veroordeelde de curator in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster waren begroot op € 5.987,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.