ECLI:NL:HR:2009:BH1478
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hernieuwd klaagschrift tot teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een hernieuwd klaagschrift dat is ingediend door een klager, die verzoekt om teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen. De Hoge Raad oordeelt dat zolang het beslag niet is geëindigd, een belanghebbende opnieuw een klaagschrift kan indienen, zelfs als er eerder een klaagschrift is ingediend dat niet heeft geleid tot teruggave. Echter, als in het hernieuwde klaagschrift enkel een beroep wordt gedaan op feiten of omstandigheden die al eerder zijn aangevoerd, kan de klager niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank had in deze zaak geoordeeld dat het klaagschrift niet-ontvankelijk was omdat de klager niet als rechthebbende was aangemerkt en de executie van de teruggave niet bij de rechtbank lag. De Hoge Raad oordeelt dat deze rechtsopvatting onjuist is. De Raad merkt op dat de raadkamer die beslist op een klaagschrift tot teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen, niet de bevoegdheid heeft om de bewaring ten behoeve van de rechthebbende te gelasten. Dit betekent dat als de verzoekers niet redelijkerwijs als rechthebbenden kunnen worden aangemerkt, hun verzoeken om teruggave moeten worden afgewezen, zelfs als het belang van strafvordering zich niet meer tegen teruggave verzet. De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling.