ECLI:NL:HR:2007:BB6176
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Verdeling van een door scheiding ontbonden huwelijksgemeenschap met betrekking tot de waardebepaling van de voormalige echtelijke woning
In deze zaak gaat het om de verdeling van een huwelijksgemeenschap na echtscheiding. De man en de vrouw zijn op 12 mei 1989 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd en zijn op 8 augustus 1997 feitelijk uit elkaar gegaan. De vrouw heeft de man gedagvaard voor de rechtbank te Zutphen met het verzoek om de huwelijksgoederengemeenschap te scheiden en te delen. De rechtbank heeft in haar eindvonnis van 13 oktober 2004 de verdeling vastgesteld en de man veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de vrouw wegens overbedeling en een vergoeding voor het gebruik van de woning. De man heeft hoger beroep ingesteld, en het gerechtshof te Arnhem heeft op 10 januari 2006 het eindvonnis van de rechtbank vernietigd en de man tot een hoger bedrag veroordeeld.
De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie behandeld. De centrale vraag was of de waardering van de woning moest plaatsvinden op de datum van de verdeling of op een eerdere datum. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank de woning op 13 oktober 2004 had toegedeeld aan de man, en dat de waardering van de woning dus ook op die datum moest plaatsvinden. Dit leidde tot de conclusie dat de vrouw slechts aanspraak kon maken op een gebruiksvergoeding tot die datum.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd voor zover het de man veroordeelt tot betaling van een bedrag aan de vrouw wegens overbedeling en heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd voor het bedrag dat de man aan de vrouw moest betalen. De kosten van het geding in cassatie zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.