Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
,onvoldoende om het oordeel te dragen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat deze onroerende goederen in de gemeenschap vallen. Andere feiten en omstandigheden die toepassing van de onaanvaardbaarheidsexceptie in deze zaak rechtvaardigen zijn gesteld noch gebleken. Vast staat dat [appellante] de Italiaanse onroerende zaken heeft verkregen voordat zij met [geïntimeerde] huwde. Zij had kunnen bewerkstelligen om bij huwelijkse voorwaarden deze onroerende zaken buiten de gemeenschap te houden. [geïntimeerde] heeft onbetwist gesteld dat [appellante] niet is ingegaan op zijn suggestie om huwelijkse voorwaarden te maken.
4.De beslissing
roldatum 17 maart 2015, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door het hof zullen worden vastgesteld;