Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verweerster in het principaal hoger beroep, verzoekster in het incidenteel hoger beroep in de zaak met nummer 200.256.167,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing
de wijze van verdeling gelasttussen partijen, waarna de vier panden onder de daar genoemde voorwaarden aan de man zijn toegedeeld. Tot dusver is niet gesteld of gebleken dat aan die voorwaarden is voldaan, zodat verdeling niet heeft plaatsgevonden. Daarom is niet de datum van de bestreden beschikking van de rechtbank bepalend voor de waarde van de panden maar de datum van taxatie.
“het gaat om leningen verstrekt door [naam10] B.V. (hierna: [naam10] ). De man en de vader van de vrouw houden de aandelen in deze besloten vennootschap”niet juist is. Volgens de vrouw houdt alleen de man de aandelen in deze besloten vennootschap en zij vraagt het hof dit te veranderen of hiermee in het vervolg van de procedure rekening te houden. De man heeft hierop nog niet gereageerd.
3.De beslissing
uiterlijk drie weken na de datum van deze beschikkingeen memorie na getuigenverhoor te nemen en het rechercherapport in het geding te brengen zoals hiervoor bij 2.4 bedoeld;
uiterlijk bij journaalbericht van drie weken na de datum van deze beschikkinguit te laten:
uiterlijk bij journaalbericht van drie weken na de datum van deze beschikkinguit te laten of zij akkoord gaan met de vraagstelling zoals hiervoor vermeld bij 2.17, de beoogd deskundigen en het voorschot zoals hiervoor genoemd bij 2.18;