ECLI:NL:HR:2007:BB3439
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbaarheid van kosten voor gesproken lectuur en verlichting voor visueel gehandicapten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de aftrekbaarheid van kosten voor gesproken lectuur en verlichting door een visueel gehandicapte belanghebbende. De belanghebbende had voor het jaar 1999 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ontvangen, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur was verminderd. Het Gerechtshof te Amsterdam had de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verder verminderd. Zowel de belanghebbende als de Staatssecretaris van Financiën hebben tegen deze uitspraak beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van de belanghebbende ongegrond verklaard, terwijl het beroep van de Staatssecretaris gegrond werd verklaard. De uitspraak van het Hof werd vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur werd ongegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de kosten voor gesproken lectuur en verlichting niet als aftrekbare uitgaven konden worden aangemerkt, omdat deze middelen niet uitsluitend door zieke of invalide personen worden gebruikt en derhalve niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 46, lid 3, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
De Hoge Raad concludeerde dat de klachten van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is van belang voor de interpretatie van de aftrekbaarheid van kosten in het belastingrecht, vooral voor personen met een handicap.