ECLI:NL:HR:2004:AO5054
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 16 mei 2002, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, aangeduid als X te Z, was opgelegd. De aanslag betrof een belastbaar inkomen van ƒ 93.487 voor het jaar 1997. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarop belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de aanslag tot een belastbaar inkomen van ƒ 92.019 (€ 41.756,40).
De Staatssecretaris van Financiën ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof. In de cassatieprocedure werd door belanghebbende een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad oordeelde dat het beroep in cassatie gegrond was en vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht. De Hoge Raad verklaarde het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur ongegrond.
De Hoge Raad beoordeelde ook de vraag of het door belanghebbende aangeschafte QRS-apparaat als hulpmiddel in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 kon worden aangemerkt. Het Hof had geoordeeld dat het apparaat als hulpmiddel kon worden aangemerkt, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit oordeel niet kon standhouden. Het apparaat voldeed niet aan de vereisten om als hulpmiddel te worden aangemerkt, omdat het niet uitsluitend door zieke of invalide personen werd gebruikt en niet een door ziekte of invaliditeit gestoorde lichaamsfunctie kon overnemen.
De Hoge Raad besloot dat de zaak afgedaan kon worden zonder veroordeling in de proceskosten, en sprak het arrest openbaar uit op 5 maart 2004.