ECLI:NL:GHAMS:2007:BB5904
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.P.A. Boersma
- D.B. Bijl
- J.W. Zwemmer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 oktober 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. Belanghebbende, eigenaar van zowel een woning in Y als een woonboerderij in Z, had aangifte gedaan van een belastbaar inkomen uit werk en woning van f 39.144 en uit sparen en beleggen van nihil. De inspecteur legde echter een aanslag op, waarbij het belastbaar inkomen uit werk en woning werd vastgesteld op f 72.628 en uit sparen en beleggen op f 7.952. Belanghebbende betwistte de aanslag en stelde dat de woonboerderij in Z als eigen woning moest worden aangemerkt, waardoor deze niet zou meetellen voor de rendementsgrondslag van de inkomsten uit sparen en beleggen.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de woonboerderij in Z als eigen woning kon worden aangemerkt, maar de inspecteur betwistte dat belanghebbende aannemelijk had gemaakt dat de woning binnen twee jaar na 2001 als hoofdverblijf zou worden gebruikt. Tijdens de zitting op 26 februari 2007 was belanghebbende niet verschenen, maar de inspecteur verklaarde dat hij aannam dat belanghebbende en zijn echtgenote de bedoeling hadden om in Z te gaan wonen.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat de woonboerderij binnen de gestelde termijn als hoofdverblijf zou worden gebruikt. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank met betrekking tot de aanslag voor 2001 en verklaarde het beroep tegen de uitspraak op bezwaar ongegrond. Belanghebbende kwam niet in aanmerking voor vergoeding van griffierecht, aangezien zijn beroep niet leidde tot een vermindering van de aanslag. De uitspraak van het Hof kan binnen zes weken na de verzenddatum worden aangevochten bij de Hoge Raad der Nederlanden.