ECLI:NL:HR:2007:AZ6220
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over tijdige indiening van memorie van grieven in Arubaanse procesrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 februari 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil tussen een verzoeker, wonende in Venezuela, en een verweerder, wonende in Aruba. De verzoeker had een vordering ingesteld bij het gerecht in eerste aanleg van Aruba, die op 16 juni 2004 werd afgewezen. Hierop heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Het hof bevestigde echter het vonnis van het gerecht, wat leidde tot een cassatieverzoek van de verzoeker. De kern van de zaak draaide om de vraag of de memorie van grieven tijdig was ingediend, met name in het licht van artikel 271 (oud) van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onterecht had vastgesteld dat de memorie van grieven te laat was ingediend. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van het hof en verwees de zaak terug voor verdere behandeling. De beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie werd gereserveerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige toetsing van processtukken en de betekenis van griffiestempels in het procesrecht.